Arbeidsbemiddeling door theateragenten» De „Internationale Artisten-Loge E. V." te Berlijn heeft den Bond om inlichtingen gevraagd over het door de Regeering bij de Tweede Kamer aanhangig gemaakte wetsontwerp tot wettelijke regeling van de arbeidsbemiddeling. In antwoord hierop heeft het Hoofdbestuur eene uitvoerige uit eenzetting omtrent de strekking van dit wetsontwerp, dat intus- schen door de Staten-Generaal is goedgekeurd, gegeven. Hierin heeft het Hoofdbestuur speciaal de aandacht gevestigd op de in de wet voorkomende bepalingen betreffende de arbeids bemiddeling vanwege theater-agenten, die in het vervolg eene ver gunning van den Minister van Arbeid moeten hebben om het bedrijf der arbeidsbemiddeling te mogen uitoefenen. (Bepaald is, dat ten aanzien van de arbeidsbemiddeling vanwege theater agenten, die voor den lsten Maart 1929 dit beroep uitoefenden en dat de vergunning niet aan een opvolger kan overgaan, d.w.z. dat ten aanzien van de arbeidsbemiddeling vanwege theater agenten het uitsterving-systeem wordt toegepast). Enquête naar den toestand der geluidsfilms in Europa. De redactie van de „Filmkurier" te Berlijn heeft in Mei en in December een enquête ingesteld naar de situatie in het film- en bioscoopbedrijf als gevolg van het in omloop brengen van geluids films. Zij heeft ook den Bond verzocht de voor deze enquête geformu leerde vragen te willen beantwoorden. Hieraan heeft het Hoofd bestuur voldaan, nadat het de vragen onder de leden had laten cir- culeeren. Uit het laatste antwoord, dat in het nieuwjaarsnummer van de ,,Filmkurier" tegelijk met de antwoorden van de voor naamste landen in Europa werd gepubliceerd, bleek, dat op 31 December 1930 in 135 bioscooptheaters hier te lande geluidsfilm- weergave-apparaten geïnstalleerd waren. De opvatting bij het meerendeel der leden van den Bond was, dat het publiek in het algemeen niet zoo goed meer reageert op geluidsfilms, ongeacht de taal, welke daarin gesproken wordt, maar dat overal „gedupte" verklarende titels door het publiek ge waardeerd worden en de opvoering van geluidsfilms m een vreem de taal genietbaar maken. Overigens was te constateeren dat het vertoonen van geluids films aanvankelijk eene toeneming van het bioscoopbezoek ten- 41

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1930 | | pagina 41