Tal van conferenties zijn gehouden met den voorzitter der Cen trale Commissie voor de Filmkeuring en met de Huishoudelijke commissie over allerlei aangelegenheden, der filmkeuring be treffende. Op 22 Januari woonde de Huishoudelijke Commissie der Film keuring eene te Amsterdam gehouden gecombineerde vergadering van het Hoofdbestuur en het Bestuur der Bedrijfsafdeling bij, om te hooren welke inzichten en wenschen het bedrijf omtrent de kwestie van het keuren der geluidsfilms heeft. Ten kantore van de Centrale Commissie in Den Haag heeft de Huishoudelijke Commissie der Filmkeuring op 21 Februari de ver tegenwoordigers van het Hoofdbestuur, met name de heeren D. Hamburger J r., E. de Hoop A z n., L. Groen en A. de Hoop ontvangen, waar dezerzijds wederom het standpunt van den Bond tegenover het voornemen der Centrale Commissie, om geluidsfilms te gaan keuren werd uiteengezet en waar vervol gens, aangezien geen overeenstemming tusschen de wederkeerige standpunten te bereiken viel, door de delegatie van het Hoofd bestuur werd aangekondigd, dat het Hoofdbestuur in een brief aan de leden der Centrale Commissie de opvattingen van den Bond betreffende deze materie in den breede zou uiteenzetten (brief van 22 Februari; zie bijlage A). Op 4 Mei hebben de heeren D. Hamburger J r. en A. de Hoop namens het Hoofdbestuur een onderhoud gehad ten kantore van de Centrale Commissie met den heer D. van Staveren, den voorzitter der CC, en Pater Hyacinth Hermans als vertegenwoordiger van de R. K. Filmcentrale ter bespreking van de bezwaren, welke van zekere zijde te berde waren gebracht over het aanbrengen van bekortingen in films na keuring door de K. F. C De heer D. Hamburger }r., B. D. Ochse en A. de Hoop confereerden op 29 October met den heer Van Staveren ten kantore der Centrale Commissie over het denkbeeld om te komen tot opleiding van filmoperateurs. Over verschillende aangelegenheden betreffende de filmkeuring werd vervolgens eene uitgebreide correspondentie met den voorzit ter der Centrale Commissie gevoerd, waarbij o.a. een dispuut was over het uitvaardigen van eene circulaire aan de Plaatselijke Com missies van Toezicht op de bioscopen in zake het aanbrengen van stempels op de keuringskaarten der films, waarvan zoowel stomme als geluidscopieën in omloop zijn. Deze circulaire had aanvankelijk nog al verwarring gesticht, doordat leden van Plaatselijke Commissies aanmerkingen maakten 44

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1930 | | pagina 44