echter, dat hiermee een te omslachtige weg bewandeld zou worden. En thans is wel gebleken, dat de Commissie toen goed gezien heeft. Daargelaten, dat de Algemeene Vergadering niet het aange wezen lichaam is om over zakelijke aangelegenheden een oordeel te vellen, zou deze gang van zaken overigens het werk der Geschillen commissie zeer belemmerd hebben. Het middel, om de door de Geschillencommissie gegeven beslis singen te doen respecteeren, was echter weldra gevonden. Toen n.1. de Commissie ten aanzien van een bepaald geval eene beslis sing genomen had, aan welke de veroordeelde exploitant zich niet wenschte te onderwerpen, werd eene overeenkomst aangegaan met de filmverhuurders, die in 1921 nog niet als leden, maar wel ais donateurs bij den Bond aangesloten waren, waarbij laatstgenoem den zich verbonden geen films meer te leveren aan dengeen, die weigerde aan de uitspraak der Commissie te voldoen. De eerste overeenkomst van dien aard is gedateerd 18 April 1921. Reglementeering van de Arbitrage. Enkele maanden later, toen de filmverhuurders als leden deel uitmaakten van den Bond, werd de boycot als sanctiemaatregel reglementair vastgelegd. Mede daardoor kon aan de beslissingen der Geschillencommissie grootere waarde toegekend worden. Eerst in Maart 1923 werden de Statuten goedgekeurd, waarin bepalingen waren opgenomen omtrent de werking der arbitrage commissie en vanaf dien datum, feitelijk eerst vanaf den 7en Augustus 1923, den dag waarop de Koninklijke Bewilliging op de gewijzigde Statuten afgekondigd werd, functioneerde de „Com missie van Geschillen" als een bij de wet erkende arbitrage commissie. Een jaar later, op 14 Juli 1924, werden voor het eerst in de Buitengewone Ledenvergadering de Algemeene Voorwaarden van Verhuur en Huur van films" vastgesteld, waarin een tiental artikelen waren opgenomen, welke hoofdzakelijk ontleend waren aan de jurisprudentie, zijnde de rechtsopvattingen van de „Com missie van Geschillen", gelijk die uit de in de voorafgaande periode gewezen beslissingen waren gebleken. Na het in werking treden der Bondsvoorwaarden was de ge wone Rechter voor alle tusschen de leden van den Bond ontstane geschillen uitgesloten. Talrijk waren de geschillen, die aanvankelijk in de bekrompen nis van het Wiener-Café van het thans afgebrande Flora Theater aan de Amstelstraat te Amsterdam behandeld zijn. In vele gevallen

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1930 | | pagina 4