Bijlage G- WIE FILMOPNAMEN WIL MAKEN MOET GEDWONGEN WORDEN, HET FILMNEGATIEF AAN HET „CENTRAAL FILMARCHIEF" AF TE STAAN. Rondschrijven van den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft d.d. 16 Juni 1930 den volgenden rondzendbrief gericht tot de gemeentebesturen: Het zal Uw College bekend zijn, dat het Nederlandsch Centraal Filmarchief, te 's-Gravenhage gevestigd, zich ten doel stelt het ver zamelen, bewaren en registreeren van cinematografische films, die van belang kunnen worden geacht voor de geschiedenis in den uit- gebreidsten zin des woords van Nederland, het Nederlandsche volk en zijn koloniën. Gedurende zijn tienjarig bestaan heeft het een collectie van bijkans duizend films (meest negatieven) van histo rische beteekenis bijeengebracht, welke in het algemeen Rijks archief te 's-Gravenhage bewaard worden. De regeering bevordert het streven door toekenning van een subsidie. Het Bestuur van het filmarchief vestigde mijn aandacht op het feit, dat van overheidswege nog meermalen films tot stand komen, die betrekking hebben op werkzaamheden van een of anderen tak van dienst van rijk, provincie of gemeente, zonder dat daarbij eenig beding wordt gemaakt omtrent den eigendom van het negatief. Dit blijft dientengevolge berusten bij den filmfabrikant en gaat, omdat deze bij een blijvend voortbestaan ervan veelal geen belang heeft, na verloop van tijd te gronde. Toch verdienen juist dergelijke films, die in den regel een duidelijk beeld geven van den tegen- woordigen stand der werkzaamheden van overheidsorganen op velerlei gebied, voor het nageslacht te worden bewaard. Er is mitsdien alle aanleiding maatregelen te treffen om vernie tiging van films, welke van historisch of documentair belang zijn, te voorkomen. Ik zou het dan ook op prijs stellen, indien Uw college, bij voorkomende gevallen, slechts vergunning subsidiair medewerking zoowel financieel of anderszins, zou willen verleenen tot het maken van cinematografische opnamen op den openbaren weg, bij officieele gebeurtenisseri, op afgesloten terreinen (bijv. bij brand, feestelijkheden, plechtigheden e.d.), in publieke gebouwen of inrichtingen in het kort, overal, waar voor het tot stand komen van zoodanige opnamen, medewerking noodig is van de gemeen telijke autoriteiten, indien degeen, die de opname doet, vooraf een verklaring onderteekent, dat hij of zijn principaal bereid is het negatief der op te nemen film in bewaring of ten geschenke te geven aan het Nederlandsch Centraal Filmarchief. Bedoelde verklaring ware in te richten overeenkomstig het hierbij gaand model. 73

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1930 | | pagina 67