Af deeling Amsterdam. VERSLAG over het jaar 1930, uitgebracht in de Jaar- lijksche Algemeene Vergadering der Afdeeling Amster dam van den Nederlandschen Bioscoop-Bond op Donder dag 5 Februari 1931, ten kantore van den Bond. Over de uitkomsten van het jaar 1930, zoowel zakelijk als orga nisatorisch, behoeft de Afdeeling Amsterdam van den Nederland schen Bioscoop-Bond in menig opzicht niet ontevreden te zijn. Weliswaar is de afdeeling er dit jaar nog niet in geslaagd de Vermakelijkheidsbelasting, die het bedrijf in Amsterdam in 1930 niet minder dan 884.149.heeft gekost, verlaagd te krijgen, doch uit de besprekingen, welke met de gemeentelijke autoriteiten ge voerd zijn, leidt het Afdeelingsbestuur af, dat langzamerhand de idee ingang vindt, dat het bioscoopbedrijf in onbillijke mate belast wordt. In dit verband kan worden gereleveerd, dat er een permanent overleg heeft plaats gehad met het Hoofdbestuur en de Besturen der Af deelingen Den Haag en Rotterdam alsmede met vertegen woordigers der Utrechtsche bioscoopexploitanten, als uitvloeisel waarvan het Hoofdbestuur van den Nederlandschen Bioscoop-Bond op 18 November 1930 een adres aan den Raad heeft gezonden, waarin om verlaging der Vermakelijkheidsbelasting verzocht is. Vóór de verzending van dit adres hebben de heeren D. Ham burger Jr. (Bondsvoorzitter), J. Veerman afdelingsvoorzitter) en de administrateur A. de Hoop, als vertegenwoordigers van het Hoofdbestuur en van het Afdeelingsbestuur een onderhoud gehad met den wethouder voor de Financiën, den heer dr. F. M. Wibaut, die echter nadrukkelijk te kennen heeft gegeven, dat van zijn kant geen medewerking kon worden toegezegd om tot verlaging der Vermakelijkheidsbelasting te komen. Vervolgens heeft het Afdeelingsbestuur ook met verschillende raadsleden besprekingen gevoerd, die weliswaar sympathieker te genover het dezerzijds gedaan verzoek bleken te staan, maar de 86

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1930 | | pagina 77