Onderhandelingen met Burgemeester Bloemers*
In September werden, nadat de voorbereidselen waren gemaakt
voor het uitschrijven van een petitionnement en tot het oprichten
van eenige semi-permanente bioscopen buiten Groningen, vlak bij
de grens dier gemeente, de onderhandelingen met den Burgemeester
weer hervat, dank zij den heer J. van Hasselt, een der nota
belen uit Groningen, die zich veel moeite heeft gegeven om het
bioscoopconflict tot oplossing te brengen.
Uit de besprekingen, welke ten stadhuize gevoerd werden, kregen
het Hoofdbestuur en mede de heer van Hasselt, door wiens
bemiddeling het contact was tot stand gekomen, sterk den indruk,
dat de Burgemeester zijn invloed wel wilde aanwenden om ter
beëindiging van de bioscoopsluiting de vermakelijkheidsbelasting
verlaagd te krijgen.
Wij moesten echter, om kans van slagen te geven, afzien van
een verdere verlaging der belasting dan tot 20 pet., aangezien de
gemeente Groningen, in verband met haar slechten financieelen
toestand, de vermakelijkheidsbelasting op geen lager percentage
kon stellen dan op dat oogenblik in de meeste steden geheven werd.
Anderzijds verheelde de Burgemeester niet, dat de differentiatie,
zooals die in Groningen werd toegepast, hem evenmin bevredigde,
zoodat ook in dit opzicht in de naaste toekomst veranderingen te
verwachten zouden zijn. In het algemeen wist de heer Bloemers
een sfeer van vertrouwen te scheppen, die aangenaam aandeed na
de jarenlange tegenwerking, welke het bioscoopbedrijf in Groningen
vooral van de zijde van den wethouder voor de Financiën heeft
moeten verduren.
Nochtans meende het Hoofdbestuur, dat op het advies van den
Burgemeester, om in de verwachting, dat de vermakelijkheidsbelas
ting vóór 1 Januari 1932 verlaagd zou zijn, de bioscopen in Gronin
gen alvast te openen, niet kon worden ingegaan, zoolang niet de
zekerheid zoude zijn verkregen, dat de meerderheid van den Gro
ningsehen Raad vóór de verlaging te vinden was.
Interpellatie-Gasau.
Het is de verdienste geweest van het raadslid, den heer G a s a u,
dat ten slotte die zekerheid verkregen werd.
In de Raadsvergadering van 5 October, die tot laat in den nacht
duurde, stelde de heer Gasau de volgende vragen aan Bur~
gemeester en Wethouders:
10