„Is het juist, dat, zooals in de plaatselijke dagbladen werd vermeld, a. tusschen een of meer leden van het College van B. en W. en vertegenwoordigers van den Ned. Bioscoopbond bespre kingen zijn gevoerd, b. op grond van die besprekingen voorstellen zijn gedaan, waarvan mocht worden verwacht, dat zij bevorderlijk zouden zijn aan een beëindiging van het bioscoop-conflict, c. in tegenstelling met deze verwachting, inmiddels is ge bleken, dat de onder b, bedoelde voorstellen tot geen resultaat hebben geleid? Zijn B. en W. bereid, indien op een of meer dezer vragen bevestigend kan worden geantwoord, verslag te doen van de gevoerde bespreking (en) en mede te deelen, welke voorstellen zijn gedaan en waaraan het is te wijten, dat een poging tot oplossing van het conflict als mislukt moet worden beschouwd? Zijn B. en W. tevens bereid mede te deelen of zij in de gegeven omstandigheden het bereiken van een accoord alsnog mogelijk achten, zoo ja, op welke wijze?" De Burgemeester, die zich bereid verklaarde, deze vragen te beantwoorden, gaf hierop een uiteenzetting van het verloop der besprekingen met de vertegenwoordigers van den Bond, waarbij Z.Edelachtbare ruiterlijk liet uitkomen, dat B. en W. geen bezwaar hebben te verklaren dat zij, indien de bioscopen heropend worden, gaarne bereid zijn kennis te nemen van de exploitatie-resultaten dezer bedrijven en dat zij, indien hun daaruit blijkt, dat de exploi tatie bij het tegenwoordig belastingtarief mede in verband met de moderne eischen, die aan bioscopen worden gesteld, niet mogelijk is, den Raad zullen voorstellen tot verlaging van het tarief over te gaan. Motie voor belastingverlaging» Na de openhartige verklaring van 's Raads voorzitter stelde de heer Gasau een motie voor, waarin de Raad, als zijn oordeel uitsprekende, dat het gewenscht is, dat het bioscoopconflict wordt beëindigd, zich bereid verklaart, mits de bioscopen worden her opend, de vermakelijkheidsbelasting voor de bioscopen enz. te ver lagen tot 20 pet., indien naar de meening van B. en W. op grond van aan het college over te leggen cijfers nopens de exploitatie van de bij het conflict betrokken bioscopen, tot verlaging behoort te worden overgegaan. Deze motie werd zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 11

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1931 | | pagina 11