Nakeuring en jeugdverbod.
Terwijl nu al eenige jaren geopponeerd wordt tegen de bestaande
jeugdverboden in enkele gemeenten, die nog aangesloten zijn bij de
„Vereeniging van Noord-Brabantsche en Limburgsche Gemeenten
voor Gemeenschappelijke Filmkeuring" heeft het afgeloopen jaar
het Gemeentebestuur van Breda, dat zich steeds verre had gehou
den van die vereeniging, een voordracht geproduceerd, om over
te gaan tot vaststelling van een verordening, ex-art. 4 der bioscoop
wet en tot het toekennen van een jaarlijksche bijdrage aan de K.F.C.
De voorgestelde verordening heeft de strekking, dat de bioscoop
ondernemers voor de keus worden gesteld öf zich te stellen
onder het bijzonder toezicht der K.F.C, öf hun te vertoonen films
aan gemeentelijke nakeuring te onderwerpen. En vervolgens behelst
de verordening het bezoek van personen beneden 16 jaar aan de
bioscoop te verbieden.
In een tweetal conferenties, eerst met den Burgemeester van
Breda, den heer van Sonsbeek en daarna met het voltallig
college van B. en W. dezer gemeente hebben vertegenwoordigers
van het Hoofdbestuur hun bezwaren tegen deze voordracht ken
baar gemaakt. Zij gaven te kennen, dat de voorgestelde verorde
ning niet van toepassing kan worden gebracht op de bioscoop
ondernemers, die eenmaal over een bioscoop-vergunning beschik
ken. Slechts zou de verordening gelden voor exploitanten, die in
de toekomst een vergunning zouden bekomen, doch desniettemin
meende het Hoofdbestuur zich tegen de in het leven te roepen be
perkende bepalingen voor hen, die het bioscoopbedrijf willen uit
oefenen, te moeten verzetten.
Intusschen is de behandeling van de door ons gewraakte voor
dracht voorloopig aangehouden.
Jeugdverboden verzacht of ingetrokken.
Tegenover het gevaar, dat uit Breda dreigt, valt gelukkig te me-
moreeren, dat de gemeenteraad van Veendam het tot voor kort
bestaande verbod om personen beneden de 12 jaar tot de bioscoop
toe te laten heeft ingetrokken, en dat de Raad der Gemeente
Utrecht, aan welk college het Hoofdbestuur in een request verzocht
had het daar bestaande jeugdverbod in te trekken, ons eenigermate
is tegemoetgekomen, door te besluiten, dat het bioscoopverbod niet
meer zal gelden voor personen tusschen 14 en 16 jaar, maar alleen
voor kinderen beneden 14 jaar.
Hadde de Utrechtsche Raad meteen doorgetast, dan zou het reeds
24