wethouder van de gemeente Leiden, over de toepassing aldaar van
de Zondagswet.
Eindelijk had na jarenlangen aandrang onzerzijds de meerderheid
van den Raad een motie aangenomen, waarin B. en W. werden
uitgenoodigd o.a. aan de bioscoopexploitanten te Leiden toestem
ming te geven ook des Zondagsmiddags voorstellingen te geven,
doch B. en W. hadden besloten de motie niet uit te voeren. Van-
daar ons bezoek aan Mr. T e p e, waaraan het mede te danken is,
dat ten slotte in het najaar het besluit van B. en W. van Leiden
werd afgekondigd, om de Zondagswet ten aanzien van bioscoop
voorstellingen op Zondagmiddag niet meer toe te passen.
Hiermede is gelukkig een strijdpunt van ons programma ver
dwenen.
Geen belastingverlaging,
Den 18en Maart werden de vertegenwoordigers van het Hoofd
bestuur, de heeren Ehrlich en De Hoop, alsmede de voor
zitter der afdeeling Rotterdam, de heer D e J o n g, door den Wet
houder voor de Financiën, den heer D e Z e e u w, ontvangen. Daar
werd ons de zekerheid verschaft, dat op verlaging der vermakelijk-
heidsbelasting, die de Wethouder vroeger had toegezegd, niet viel
te rekenen.
Opleiding van Blmoperateurs,
Op het Departement van Onderwijs werd op 25 Maart een con
ferentie gehouden over het vraagstuk der opleiding van film-
operateurs. Bij deze conferentie waren tegenwoordig de Inspecteur-
Generaal van het Nijverheids-Onderwijs, de heer Hofstede,
de voorzitter der Centrale Commissie voor de Filmkeuring, de heer
Van Staveren en de administrateur van den Ned. Bioscoop-
Bond, de heer De Hoop.
Bij de gevoerde besprekingen is de mogelijkheid onder het oog
gezien om te komen tot stichting van Bondswege van een vak
school voor de opleiding van filmoperateurs, waarbij ingevolge de
Nijverheidsonderwijswet de Regeering 70 pCt. en de provincie en
gemeente 30 pet. subsidie zouden geven, zoodat alleen voor reke
ning van den Bond zou komen het in stand houden der outillage.
Het groote bezwaar, waarop dit plan vermoedelijk zal afstuiten, is
dat voor de leerlingen, die de school als geslaagd elk jaar zou afle
veren, althans voor velen hunner, geen emplooi zal zijn te vinden.
30