37 vraagd van ƒ18.per ƒ1000.loon. Aangezien dit voorschot dus ruim voldoende was, is het teveel betaalde weder aan de leden ten goede gekomen. De belangen der Nederlandsche arbeiders. Op verzoek van den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid heeft het Hoofdbestuur den leden verzocht in welwillende overwe ging te willen nemen het beroep, hetwelk Zijne Excellentie op alle werkgevers van ons land gedaan heeft, om in de huidige economi sche omstandigheden bij het in dienst nemen van arbeidskrachten zeer in het bijzonder te letten op de belangen der Nederlandsche arbeiders. De Internationale Leerfilmconferentie. Toen de Nederlandsche Regeering een delegatie had samenge steld, die haar op de Ille Internationale Leerfilmconferentie, welke van 26 tot 31 Mei te Weenen werd gehouden, zou vertegenwoor digen, heeft het Hoofdbestuur aan den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen zijne bevreemding te kennen gegeven over het feit, dat in deze delegatie niet een vertegenwoordiger van het bedrijf is benoemd, daar een groot deel der te behandelen onder werpen den belanghebbenden bij het film- en bioscoopbedrijf groot belang inboezemen. De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft ons geantwoord, dat er geen aanleiding bestond om een afgevaar digde van den Bioscoop-Bond in de regeeringsdelegatie naar de 3e Int. Leerfilmconferentie te Weenen op te nemen, doch dat het den Bond vrij stond de conferentie door een eigen vertegenwoor- diger te laten bijwonen. ORGANISATORISCHE AANGELEGENHEDEN. De gunstige afloop voor den Bond van de civiele procedures, welke twee leden van den Bond, de heeren B. C. Hartman te Haarlem en A. P. du Mee te Amsterdam contra hun organisatie hebben gevoerd, heeft het bewijs geleverd op welke hechte funda menten de Nederlandsche Bioscoop-Bond is gegrondvest. Nadat, gelijk in het vorig jaarverslag is medegedeeld, eerst de Rechtbank en daarna het Gerechtshof te Amsterdam hadden uitge sproken, dat de door den Bond aan beide leden opgelegde boeten gegrond moest worden geacht, in welke laatste beslissing (van het

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1931 | | pagina 37