Filmkeuring" met ingang van 1 Januari 1932 heeft opgezegd, zich gewend heeft tot den heer Burgemeester van de gemeente Heerlen met het verzoek te willen mededeelen, welke redenen tot dit besluit hebben geleid, waarop het ten antwoord kreeg, dat de Burgemees ter vooralsnog geen vrijheid kan vinden van de motieven, welke tot die opzegging hebben geleid, mededeeling te doen; dat het besloten heeft door een schikking de procedure van den kapelmeester Toni Zorg geroyeerd te krijgen; dat het nota heeft genomen van een gemeenschappelijk besluit der exploitanten in Limburg en Brabant om tot stichting van een Zuidelijke afdeeling over te gaan, waaromtrent het echter na het eerste bericht niets meer vernomen heeft; dat het besloten heeft ten behoeve van de filmbeursbezoekers het telefoonnet op de Beurs uit te breiden; dat het zich in een request aan Burgemeester en Wethouders van de gemeente Sneek heeft verzet tegen een ten opzichte van een der exploitanten aldaar uitgevaardigde waarschuwing, die vol gens de ter kennis van het Hoofdbestuur gebrachte feiten niet gegrond was; dat het een besluit der afdeeling Den Haag ingevolge art. 39a der statuten niet kon goedkeuren, op grond dat dit besluit (verbod van adverteeren in periodieken) niet geacht kon worden het alge meen belang van alle leden der afdeeling te raken; dat het besloten heeft, ingevolge het in den loop van het ver slagjaar afgekondigd Koninklijk Besluit inzake wettelijke ziekte verzekering ook voor kantoorpersoneel, zich voor het personeel .y^op het Bondsbureau aan te sluiten bij de Algemeene Bedrijfsver- eeniging voor Ziekengeldverzekering; dat het met het oog op de uitbreiding van werkzaamheden op het Bondsbureau, waardoor de behoefte naar ruimere en meer ver trekken voor het secretariaat wordt gevoeld, de huur van de thans in gebruik zijnde kantoorlokalen in de N. Doelenstraat heeft op gezegd, zoodat het Bondsbureau in het jaar 1932 in een beter [eoutilleerd kantoorgebouw intrek zal nemen. Het secretariaat. Dat de werkzaamheden van het secretariaat voortdurend toe nemen, moge hieruit blijken, dat het aantal door het Hoofdbestuur verzonden brieven bedroeg 4208 (in 1930: 2942 en in 1929: 3141), terwijl voor het Hoofdbestuur ontvangen werden 2605 brieven en telegrammen (in 1930: 2432 en in 1929: 2402).

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1931 | | pagina 48