is gebleven. Het Bestuur hoopt, dat de Amsterdamsche bioscoop theaters in het vervolg nog meer hun krachten zullen inspannen om de opbrengst der hoofdstad weer, evenals in 1930, boven de 10.000.te doen uitgaan. Gelijk in den aanhef betoogd, is er ondanks de zorgelijke tijden van een tanen der belangstelling voor de bioscopie in de hoofdstad geen sprake. Moge deze wetenschap allen belanghebbenden bij het Amsterdamsche bioscoopbedrijf den moed geven, om met optimisme het thans ingetreden jaar tegemoet te treden. J. BUISMAN, Secretaris der Afdeeling Amsterdam van den Nederlandschen Bioscoop Bond. 77

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1931 | | pagina 72