kon van het aangekondigd ontslag met ingang van 1 Januari 1934
worden afgezien.
Desniettemin besloot de reeds eenmaal bijeengeroepen spoed-
ledenvergadering van den Bond op den 27sten December het door
het Hoofdbestuur voorgestelde hiervoor gemelde voorschrift, zij 't
eenigszins gewijzigd, toch vast te stellen, opdat ingeval Buma te
eeniger tijd de verbintenis mocht opzeggen, direct de aanvankelijk
voor 1 Januari 1934 vastgestelde maatregelen daarna ten spoedigste
zonder nadere beslissing van den Bond uitgevoerd konden
worden.
Ten aanzien van de ontstane moeilijkheden met Buma werd de
zerzijds het jaar 1933 besloten met een verzoek aan den Bonds
voorzitter en Bondsdirecteur om in hun hoedanigheid van leden
der Commissie van Overleg een vergadering in pleno van deze
Commissie aan te vragen, waarin onze grieven aan het oordeel
der Commissie zouden worden onderworpen.
In aanmerking nemende het resultaat van een door het Bonds
bureau ingestelde enquête naar de in alle bij de Berner Conventie
aangesloten landen geldende tarieven voor de bioscopen, welke met
uitzondering van Frankrijk en België aanmerkelijk lager bleken te
zijn dan die, welke hier te lande vroeger door Sacem en Buma te
zamen werden toegepast, moge de verdere ontwikkeling dezer aan
gelegenheid met goed vertrouwen op een voor het bioscoopbedrijf
gunstigen afloop tegemoet gezien worden.
Grondslagen voor een Nederlandsche filmindustrie.
Door de gewijzigde politieke constellatie in het buitenland, spe
ciaal in Duitschland brak in het eerste halfjaar van 1933 voor ons
land het psychologisch moment aan om de grondslagen te leggen
voor een Nederlandsche filmindustrie. Het Hoofdbestuur schonk
hieraan zijn bijzondere aandacht, daar het vreesde dat buitenstaan
ders en ook buitenlandsche „insiders" dit moment zouden aangrijpen
om ten koste van de Nederlandsche beleggers ondernemingen te
gaan stichten, waarvan de basis niet hecht en sterk was. Deze
vrees was helaas maar al te gegrond.
Door waarschuwingen in de pers en door het verschaffen van
inlichtingen aan onze Regeering slaagde het Hoofdbestuur erin alle
onserieuze plannen, die met grooten ophef bekend waren gemaakt,
te verijdelen. Zelfs gelukte het een buitenlander, die reeds met geld
van anderen de bouw van een filmstudio was begonnen, over de
grens te doen zetten en een anderen buitenlander, die van particu
lieren en ook van een der belangrijkste banken financieele steun
12