was toegezegd voor de oprichting van een filmonderneming, welker
rendabiliteit dezerzijds op redelijke gronden in twijfel kon worden
getrokken, het werken in het Nederlandsche filmbedrijf onmogelijk
te maken.
Dat inmiddels twee Nederlandsche ondernemingen, het Philips-
concern te Eindhoven en de N.V. „Cinetone" de koe bij de horens
hebben gevat door geluidsfilm-studio's te bouwen resp. in Eindho
ven en in Amsterdam stemt tot groote voldoening.
Eveneens werd door vele leden toegejuicht, dat door het initia
tief van den heer Alex Benno en mede door den financieelen
steun van verschillende leden, o.w. de heer LoetC. Barnstijn,
die ten slotte de leiding op zich nam van de productie der eerste
groote Nederlandsche speel (geluids-) film, de grondslagen voor de
Nederlandsche filmindustrie geacht konden worden te zijn gelegd.
De wijze, waarop door de drie „insiders" (Benno, Cinetone en
Loet C. Barnstijn) deze onderneming werd aangevat, rechtvaar
digde de beste verwachtingen nopens haar welslagen. Dat de
onderneming, die enkele buitenstaanders waren begonnen met de
vervaardiging eener groote historische film, tot mislukking ge
doemd was, was te voorzien en daaruit viel helaas weer eens de
les te putten, dat, wanneer niet door deskundigen (zoowel technisch
als commercieel) het vervaardigen van films ter hand wordt ge
nomen, het bedrijf schade lijdt en de waardeering van het publiek
voor de film en voor het filmbedrijf verloren gaat.
Opening Bio-Vacantieoord „Russenduin".
De 1ste Juli 1933 was een dag, die met gulden letteren geboek
staafd zal blijven in de annalen van den Nederlandschen Bioscoop-
Bond. Op dien dag werd op den hoogsten top der Noord-Holland-
sche duinen het ideale oord in gebruik genomen, dat hopenlijk een
zegen moge zijn voor de zwakke kindertjes van de allerbehoeftig-
sten in ons land.
De opening van het Bio-Vacantieoord „Russenduin" te Bergen
aan Zee was tevens de bekroning van den schitterenden arbeid,
dien de leden van den Bond op het gebied der humaniteit in een
betrekkelijk korte spanne tijds hadden verricht. Mede werd daar
door op treffende wijze gedemonstreerd, dat de menschen uit het
film- en bioscoopbedrijf niet alleen waarde hechten aan stoffelijke
goederen.
Geen wonder dat de groote belangstelling bij de officieele ope
ningsplechtigheid op den stralenden zomerdag, die het tweede half
jaar van 1933 aankondigde, zeer in het bijzonder geopenbaard werd
van de zijde van de leden van den Bond, die in grooten getale aan-
13