op verzoek van ons lid, den heer L. Lievenboom door B. en W.
besloten werd, dat ten aanzien van de bioscopen de Zondagswet
op de algemeene feestdagen niet meer zou worden toegepast.
Helaas werd in de gemeente Alphen a/d Rijn de Wet van 1
Maart 1 8 1 5, S. 21, houdende voorschriften ter viering der dagen
aan den openbaren Christelijken Godsdienst toegewijd (nu meer
dan een eeuw later kortweg „Zondagswet" genoemd) in haar volle
draagwijdte toegepast.
Burgemeester en Wethouders dezer gemeente weigerden zelfs,
hoewel art. 4 dezer verouderde wet aan de plaatselijke besturen de
vrijheid laat een uitzondering toe te staan, „mits niet dan na het
volkomen eindigen van alle Godsdienstoefeningen", een bioscoop
exploitant daar ter plaatse op Zondagavond na beëindiging der
Godsdienstoefeningen bioscoopvoorstellingen te doen geven.
Het Hoofdbestuur wendde zich tegen het eind van het verslagjaar
tot B. en W. van Alphen a/d. Rijn, om te trachten, vooral den Bur
gemeester dezer gemeente tot andere gedachten te brengen en het
hoopt dat dit alsnog moge gelukken.
Sluitingsuur voor bioscopen te Weert.
De Raad van de gemeente Weert had in het begin van het vorig
jaar besloten met 8 tegen 5 stemmen, zulks op verzoek van den
vergunning- en verlofhoudersbond, doch tegen het advies van B.
en W. in, om het sluitingsuur voor de bioscopen te bepalen op 10
uur in den avond.
Naar aanleiding van dit besluit richtte het Hoofdbestuur een
schrijven tot den heer Minister van Binnenlandsche Zaken, waar
in als onze meening te kennen werd gegeven, dat de Raad van de
gemeente Weert door dit besluit de hem in de Bioscoopwet verleen
de bevoegdheid had overschreden. Den Minister werd verzocht te
willen overwegen of op het door ons gewraakte raadsbesluit aan
de hand van art. 185 der Gemeentewet het Koninklijk vernietigings
recht moest worden toegepast, of, indien de Gemeenteraad van
Weert het besluit in een verordening ex. art. 4 der Bioscoopwet
zou willen vastleggen, te willen bevorderen, dat aan zulk een
verordening de Koninklijke Goedkeuring worde onthouden.
Gelijk dezerzijds verwacht werd, werd bij Koninklijk Besluit
(Stbl. 520) het raadsbesluit van de Gemeente Weert vernietigd,
wegens strijd met de wet, (art. 168 der gemeentewet).
Het Kon. Besluit overweegt, dat de betreffende bepaling door
den Raad van de Gemeente Weert is vastgesteld ter voldoening
aan een verzoek van den Weerter Vergunning- en Verlofhouders-
25