Afdeeling 's-Gravenhage.
JAARVERSLAG over 1932, uitgebracht aan de Jaarlijk-
sche Algemeene Vergadering der leden, gehouden op
8 Februari 1934 te 's-Gravenhage.
Het Bestuur onzer afdeeling besloot haar jaarverslag over 1932
met den wensch uit te spreken, dat de malaise spoedig tot het ver
leden mocht behooren en zou het Bestuur onzer afdeeling niets
liever in dit jaarverslag hebben kunnen vermelden, dan dat zijn
wenschen in vervulling zouden zijn gegaan.
Helaas heeft het Bestuur moeten constateeren, dat de aanhou
dende economische crisis, al mogen er partieele verbeteringen in
andere takken van industrie zijn ingetreden, in het bioscoopbedrijf
nog steeds voortduurt en van eenigen economischen vooruitgang
nog geen sprake is. Een door het Bestuur ingestelde enquête heeft
aangetoond, dat in het algemeen voor wat betreft de ontvangsten
in de ondernemingen onzer leden, een verderen teruggang viel te
constateeren.
Verder is officieus vastgesteld, dat ondanks den achteruitgang
der ontvangsten aan entree-gelden het bezoek der Cinema's over
1933 ten aanzien van 1932 is toegenomen, n.1. dat een vermeer
dering van 68.427 plaatsbewijzen is geconstateerd, hetgeen
uitsluitend moet worden toegeschreven aan het feit, dat
het publiek in verband met de huidige tijdsomstandigheden aan
rangen van goedkooperen prijs de voorkeur heeft gegeven. Verder
is vastgesteld, dat in vergelijking met 31 December 1932 de werke
loosheid per 31 December 1933, hier ter stede wederom was toe
genomen.
Indien men verder in aanmerking neemt de algemeene verlaging
der loonen, in het bijzonder die der ambtenaren, zoowel van
Rijks- als Gemeente-instellingen, welke hier ter stede meer dan
elders een groot percentage der bevolking vertegenwoordigen,
zoo ook de kortingen der Indische Pensioenen, welke pensioen
gerechtigden eveneens in grooten getale te 's-Gravenhage geves-
70