In dit verband zouden wij kunnen wijzen naar landen als Dene
marken, Zweden. Noorwegen en Zwitserland.
Het Bestuur meent met het bovenstaande eenigszins te hebben
aangetoond, dat het adviseeren tot een hernieuwe prijsverlaging
momenteel achterwege dient te blijven.
Het Bestuur zal deze aangelegheid t.z.t. wederom ernstig bestu-
deeren voor het geval het Bestuur of de leden de meening moch
ten zijn toegedaan, dat de veranderde tijdsomstandigheden het
wenschelijk maken, den leden te adviseeren tot een hernieuwde
verlaging der entree-prijzen over te gaan.
Een der belangrijkste factoren blijft echter de verlaging der
exploitatie-kosten, welke ontegenzeggelijk nog meer verlaagd
dienen te worden, gezien den algemeenen achteruitgang der ont
vangsten.
Het behoeft hier verder geen betoog, dat aan verlaging der
diverse belastingen heden ten dage niet te denken valt. Bij meer
dere bioscopen werden zelfs de aanslagen der Personeele Belasting
verhoogd en zijn velen verder onder den druk der omstandigheden
in het begin van het nieuwe seizoen overgegaan tot vermindering
van het aantal orkestleden en zijn vele bezuinigingen ingevoerd ten
aanzien der variété-attracties, welke noodzakelijke bezuinigingen
somtijds zelfs geleid hebben tot algeheeie afschaffing van variété-
nummers.
Wat betreft de zoo belangrijke factor filmhuur, deze bleef sta
tionair, een en ander tengevolge van de algeheeie financieele
structuur, welke tengevolge heeft, dat steeds minder kapitalen ter
beschikking worden gesteld van de filmproducenten, in vele landen
uitsluitend nog door particulieren, terwijl vroeger het bankwezen,
bijna zonder uitzondering eveneens actief deelnam aan de film
productie, met tot gevolg gebrek aan die filmwerken, welke ten
eenenmale onontbeerlijk zijn voor een rendeerende exploitatie.
Voorgaande factoren hebben tengevolge gehad, dat de zoo nood
zakelijke verlaging der filmhuren in het bijzonder voor de eerste-
weeksch theaters is achterwege gebleven.
Verder kwamen in den loop van 1933 eenige collectieve contrac
ten tot stand voor den inkoop van diverse theaterbenoodigheden,
door welke overeenkomsten de leden aanmerkelijke financieele
voordeelen konden boeken bij hunne inkoopen.
Even dient nog gememoreerd te worden de bereidwilligheid door
de leden betoond ten aanzien van de inzamelingen ten behoeve van
het Haagsch Crisiscomité.
Ook dient verder melding gemaakt te worden van de aangele
genheid der advertenties in de bladen der Arbeiderspers, welke aan-
72