Bedrij f saf deeling Filmverhuurders.
JAARVERSLAG 1936.
In gevolge het bepaalde in artikel 14 van ons Huishoudelijk
Reglement heb ik de eer U verslag uit te brengen over het jaar
1936; een jaar rijk aan belangrijke gebeurtenissen voor onze Af-
deeling.
Het feit, dat vele bedrijfsbelangen voortdurend onze aandacht
hebben gevraagd, is aanleiding geweest, dat het Bestuur, meer dan
in de voorafgaande jaren, de leden in vergadering bijeen heeft
moeten roepen, terwijl eveneens het aantal Bestuursvergaderingen,
hetwelk in 1936 werd gehouden, grooter was dan in welk jaar van
ons vereenigingsleven ook.
Indien ik in dit verslag allereerst de op Zondag 27 September
ingetreden devaluatie ter sprake breng, dan moge ik er op wijzen,
dat misschien eenige theater-exploitaties aan de grensplaatsen hier
van geprofiteerd hebben, doch de overigens hieruit voortspruitende
nadeelen ten laste van onze leden zijn gekomen.
Op het moment immers, dat de Regeering besloot de muntpariteit
te wijzigen hadden vrijwel al onze leden hun product reeds gekocht
en gedeeltelijk betaald, zoodat in de bedongen filmprijzen geen
verandering meer kon worden gebracht.
Neemt men daarbij nog in aanmerking, dat op onze leden nog
steeds een beroep wordt gedaan, om bij slechten gang van zaken
aan exploitanten reducties op de filmhuurprijzen te verleenen, dan
kan wel gevoegelijk worden geconstateeerd, dat 1936 een jaar is
geweest, waarin verschillende filmverhuurders met groote moeilijk
heden te kampen hadden.
Het spreekt vanzelf, dat het Bestuur diligent blijft om althans
te trachten voor de gedupeerde leden eenige verlichting te krijgen
in de geleden devaluatieschade.
In de buitengewone ledenvergadering van 23 Mei werd be
sloten een rechtsgeleerde aan onze Afdeeling te verbinden. De
samenwerking tusschen het Bestuur en dezen jurist was van aan-
genamen en vruchtbaren aard en heeft Mr. Peereboom zich spoedig
in de hem geheel vreemde branche kunnen inwerken.
117