gestorven vriend en collega gewijd. In deze rede werd gewaagd van de groote activiteit, welke de overleden Afdeelingsvoorzitter steeds aan den dag had gelegd ter verdediging van de belangen der Amsterdamsche bioscoopdirecties. Energiek stond de heer Veer man altijd in de bres wanneer het betrof het afwenden van gevaren, welke het Amsterdamsche bioscoopbedrijf bedreigden. Voor de leden der Afdeeling Amsterdam was de ontslapene een zeer geziene en gewaardeerde leider, wiens raadgevingen hoogelijk geapprecieerd werden. Door zijn heengaan heeft in het bijzonder de Afdeeling Amsterdam verloren een eminent voorzitter, aan wiens nagedach tenis de schoonste en dankbaarste herinneringen bewaard zullen blijven. Wijlen de heer Veerman werd in het Afdeelingsbestuur opge volgd door den heer W. K. G. van Royen, die in de hiervoor ver melde Jaarvergadering tot Voorzitter van de Afdeeling werd ge kozen. Ook werd de door den ontslapene bezette plaats in het Hoofdbestuur door den heer van Royen ingenomen. Hiertoe hadden de leden van de Afdeeling Amsterdam door hem voor het Hoofd bestuurslidmaatschap te candideeren het initiatief genomen. Er kwamen in den loop van het verslagjaar nog andere mutaties in het Afdeelingsbestuur en in andere bestuurs-colleges voor. In dit verband verdient vermeld te worden, dat de Jaarvergadering van 12 Maart besloot het uit 7 Bestuursleden bestaand Afdeelingsbe stuur terug te brengen tot een College van 5 personen. Het Afdeelingsbestuur werd in de Jaarvergadering aldus samen gesteld: W. K. G. van Royen, Voorzitter; H. Ehrlich, vice-Voor- zitter; J. Buisman, Secretaris; J. Kroonenberg, Penningmeester; en C. A. H. F. Hinke, Bestuurslid. In den loop van het jaar deed de heer H. Bollongino (directeur van het Rembrandt Theater) zijn intrede in het Bestuur, de plaats innemende van den Secretaris, den heer J. Buisman, die wegens beëindiging van zijn bioscoopexploitatie niet langer in het Bestuur zitting kon blijven nemen, en aan wiens verdiensten thans de erken telijkheid van de Afdeeling Amsterdam wordt betuigd. Ook in den Afdeelingsraad werd de plaats van den heer Buisman ingenomen door den heer Bollongino, terwijl in de plaats van den heer van Royen, die als vertegenwoordiger van de Afdeeling Am sterdam zijn functie in den Afdeelingsraad moest neerleggen, de heer H. Ehrlich werd benoemd. Het Afdeelingsbestuur had ook een plicht te vervullen, welke de Statuten van de Stichting „Bio-Vacantieoord" dit College oplegt met betrekking tot de benoeming van leden in het Stichtingsbestuur. 132

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1936 | | pagina 128