De gepubliceerde cijfers toonen aan, een enkele gunstig wending
in een of ander bedrijf buiten beschouwing latende, dat de Haag-
sche arbeidsmarkt een nog treuriger beeld geeft, dan gedurende de
verschenen jaren. De werkloosheid stijgt nog steeds en daarmede
de uitgaven voor de ondersteuning door de gemeenschap en
analoog hiermede weder de belastingdruk op de inwoners en be
drijven en de druk op de salarissen der ambtenaren.
Dat dit in een stad als den Haag, met voor het meerendeel vast
inkomen-genietende inwoners, op de vermakelijkheidsbedrijven een
sterken terugslag moet geven, is duidelijk; elk onzer heeft indivi
dueel hiervan de treurige gevolgen aan den lijve ondervonden.
Verder dient te worden gememoreerd de gewijzigde monetaire
situatie, ontstaan door het verlaten van den gouden standaard door
Nederland in September j.1. Vastgesteld is, dat een stijging van den
levensstandaard niet voorkomen kon worden, waardoor de gewij
zigde muntpolitiek een indirecte verlaging der salarissen, pensioe
nen etc. bleek tengevolge te hebben; van de voordeden van een
stimulans voor handel en exportindustrie profiteert een ambtenaars
stad als den Haag niet of slechts indirect en veel later.
Alhoewel de opbrengsten der Belasting op de Vermakelijkheden,
aan de hand van de gepubliceerde cijfers over 1936 een geringe
stijging in vergelijking met 1935 te zien geven, dient rekening ge
houden te worden met de toename van het aantal hier ter stede
gevestigde bioscooptheaters.
Deze stijging mag dan ook niet worden beschouwd als een
symptoom eener economische opleving in de ondernemingen onzer
leden.
De stijging gedurende de laatste maanden van 1936 moet vooral
worden toegeschreven aan de verhoogde belangstelling in verband
met de vertooning der actualiteiten van de verloving en het huwelijk
van H.K.H. Prinses Juliana met Z.K.H. Prins Bernhard.
Verder is vastgesteld, dat de gemiddelde toegangsprijs over 1936
in vergelijking tot die in 1935, wederom aanmerkelijk is gedaald.
Ik meen het overzicht omtrent het verhandelde in de diverse
Bestuurs- en Afdeelingsvergaderingen te moeten aanvangen met
het memoreeren van een belangrijke gebeurtenis gedurende het
verschenen jaar.
Hoewel met recht zou kunnen worden opgemerkt, dat die welke
bedoeld wordt, niet kan worden beschouwd als een specifiek Haag-
sche, doch als een Nederlandsche, doet dit niets af aan het feit,
waar deze zich in het bijzonder in de hofstad concentreerde en alle
143