cenzij dit eene, dat n.1. de leden er zich van overtuigd kunnen hou
den, dat, indien zij een prijzenregeling voor hun theater zouden
vaststellen, die beneden de grens van het redelijke en het zakelijk
verantwoorde gaat, zij van het Hoofdbestuur bericht zullen ontvan
gen, dat deze regeling niet mag worden gehandhaafd en een
nieuwe moet worden vastgesteld, die binnen de grens van het
redelijke blijft.
Het verbod om filmprogramma's te vertoonen waarop meer dan
twee hoofdnummers voorkomen, bleef echter gehandhaafd en is
later door het Hoofdbestuur voor alle leden van kracht verklaard.
In den loop van dit jaar is dit in één geval in Zuid-Limburg door
ons toegepast, terwijl het zich laat aanzien, dat spoedig een tweede
verbod zal moeten volgen.
Tenslotte volgen hier eenige cijfers en feiten, die in een jaar
verslag niet mogen ontbreken, en zonder welke het overzicht der
werkzaamheden onzer afdeeling niet volledig zou zijn.
Er werden gehouden 10 bestuursvergaderingen en 6 ledenverga
deringen. Het bestuur onzer afdeeling onderging geen enkele wijzi
ging, evenmin als de afvaardiging naar den Afdeelingsraad, be
staande uit de heeren: W. Peters en A. H. Boekraad.
Van de leden onzer Zuidelijke afdeeling hadden de heeren
W. Peters, die voorheen lid was der Commissie van Geschillen.
zitting in den Raad van Beroep, terwijl door den afdeelingsraad
de heer Zündick ter benoeming werd voorgedragen in de Com
missie N.Z.
Wij mogen dit jaarverslag niet besluiten zonder er op gewezen
te hebben, dat de belangstelling voor het werk onzer afdeeling
bij onze Noord-Brabantsche leden tot heden nog uiterst gering is.
Onze geheele afdeeling wordt gedragen door de medewerking en
belangstelling onzer Limburgsche leden. Wij koesteren nog steeds
de hoop, dat ook vanuit Noord-Brabant weldra de noodige inte
resse zal getoond worden.
Het is in deze zoo uiterst moeilijke tijden, moeilijk, omdat allerlei
nieuwe problemen zich opwerpen, noodzakelijk dat de Nederland-
sche Bioscoop-Bond sterk en gezond is, ook door de gezonde
kracht zijner afdeelingen.
Het is plicht van een ieder om hiertoe naar vermogen mee te
werken.
A. H. BOEKRAAD,
Eindhoven, 18 Februari 1937. Secretaris.
;154