den inhoud dezer encycliek als van het vorenvermelde concen-
tratieplan hebben wij met groote belangstelling kennis genomen,
te meer omdat thans eindelijk een centraal- en gezaghebbend katho
liek orgaan in het leven is geroepen, 'waarin zich de katholieke
actie op het gebied van de film zal gaan concentreeren. Een en
ander heeft bij ons het vertrouwen gewekt, dat mettertijd de zoo
noodige samenwerking tusschen den Bond en deze actie een feit
zal worden.
Wij achten het een gelukkige omstandigheid, dat de betreffende
commissie werkzaam is onder leiding van den Vicaris Generaal van
het Bisdom Den Bosch, Mgr. F. N. Hendrikx, wien wij indertijd
reeds tijdens een onderhoud, dat wij met dezen voortvarenden pre
laat mochten hebben, ons standpunt nopens de katholieke filmactie
konden uiteenzetten. Van dit onderhoud maakten wij nog melding
in het vorig jaarverslag.
Jeugdverboden.
Reeds in ons vorig jaarveislag schonken wij eenige aandacht
aan het feit, dat Utrecht nog altijd de eenige groote gemeente in
ons land is, waar een verordening bestaat, volgens welke kinderen
beneden 14 jaar, behoudens dispensatie van B. en W., niet de
bioscoop mogen bezoeken.
Wij vermeldden toen, dat het Hoofdbestuur zich al in 1934 tot
den Raad dezer gemeente had gewend met het verzoek om de be
staande verordening in te trekken. B. en W. hebben echter op dit
verzoek afwijzend geprae-adviseerd, welk prae-advies door den
Raad is opgevolgd. Wij wezen er in het jongste jaarverslag nog op,
dat de gemeente Utrecht juist door het weren van jeugdige per
sonen uit de bioscoop in de hand werkt, dat films, welke door de
centrale keuring voor alle leeftijden zijn toegelaten, ter plaatse
nagenoeg niet worden vertoond, In dit verband beriepen wij ons op
het verslag der Centrale Commissie voor de Filmkeuring over 1935,
hetwelk constateerde, dat in Utrecht zelfs gedurende de vacantie-
maanden slechts enkele A-films werden vertoond en wij vestigden
de aandacht in het bijzonder op de meening van de Huishoudelijke
Commissie voor de Filmkeuring, dat het weren van jeugdige per
sonen den doodsteek beteekent voor de vertooning van onschul
dige films, waaraan juist zooveel behoefte is.
In den zomer van dit jaar heeft de Utrechtsche Raad opnieuw
gelegenheid gekregen zijn standpunt nopens het jeugdverbod te
48