Tijdens de behandeling van de gemeentebegrooting op Woens
dag 23 December heeft het lid van den Raad de heer Welters deze
kwestie aangeroerd. Spreker vroeg of er nog steeds geen mogelijk
heid was om tot oplossing van het bestaande bioscoop-conflict te
komen. Hij betreurde het, dat als gevolg van dit conflict velen naar
Venlo gingen om aldaar de bioscoop te bezoeken.
Ook de heer Ververgaert onderstreepte de woorden van den
heer Welters.
De heer Welters diende een motie in, waarin hij erop aandrong,
tot oplossing van het conflict te geraken en wel in het belang van
den middenstand.
De heeren schenen dit belang niet te begrijpen of er althans
niet voor te gevoelen, want de motie werd verworpen. Slechts stem
den voor de heeren Welters, Verkouteren en Ververgaert.
Het blijft dus in Tegelen zooals het was. Zulks tot schade van
het bioscoopbedrijf ter plaatse, tot schade van den middenstand, tot
schade van de gemeente zelf en tot groot ongerief en ongenoegen
van het publiek.
BELASTINGEN.
Bij de leden van den Bond was in het vorig verslagjaar nogal
ontsteltenis gewekt door het feit, dat de fiscus plotseling verlangde,
dat ook van den in het filmhuurcontract bedongen auteursprijs
zegelrecht zou worden betaald, zulks ingevolge een ministerieele
aanschrijving, bij de Inspectie van de Registratie, die het door de
rechtspraak aanvaarde beginsel, dat bij een film het materiaal bij
zaak en het auteursrecht hoofdzaak is, wederom geheel omver had
geworpen.
De Ontvanger van het Zegel liet bij verschillende filmverhuur
kantoren alle aanwezige filmhuurcontracten in beslag nemen, ten
einde voor het volgens hem te weinig betaalde zegelrecht navorde
ringen en eventueel ook de in de Zegelwet bepaalde boeten te
kunnen heffen.
Als gevolg van het direct ingrijpen van het Hoofdbestuur is het
gelukkig niet zoover gekomen.
Nadat met den Inspecteur der Registratie en den Ontvanger van
het Zegel te Amsterdam een voorloopig convenu was getroffen
heeft het Hoofdbestuur onmiddellijk een request aan den Minister
van Financiën gezonden, waarin onzerzijds werd betoogd, dat niet
alleen juridisch, maar ook economisch het essentieele element in de
51