ring eener afdeeling te vernietigen, moest in het afgeloopen jaar twee maal gebruik worden gemaakt. Vernietigd werden: a. een besluit van de Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders,, waarbij den leden dezer afdeeling de verplichting werd opgelegd in elk geval van niet-tijdige betaling van filmhuur sommaties door de Filmhuurschuld-Commissie te doen zenden, met de bepaling, dat betaling van de bedragen, waarvoor een sommatie zou zijn gezonden, slechts door het Secretariaat dezer afdeeling in ont vangst genomen zou kunnen worden; b. een besluit van de Afdeeling Den Haag, behelzende een be perking van advertenties in bepaalde dagbladen. De vernietiging geschiedde op grond van de overweging, dat deze besluiten niet geacht kunnen worden te zijn genomen in het gemeenschappelijk belang der gezamenlijke afdeelingsleden, en voor wat geval a betreft, bovendien, dat het besluit inbreuk maakt op de Bondsvoorwaarden. „Lijst van Geen Bezwaar". Het aantal aanvragen tot plaatsing van niet-leden op de „Lijst van Geen Bezwaar" is in 1936 sterk toegenomen. Als algemeene norm stelde het Hoofdbestuur, dat voor plaatsing op deze lijst slechts in aanmerking komen vereenigingen, corporaties e.d., die eens een enkele maal met een ideëel doel een filmvoorstelling in besloten kring voor haar leden wenschen te geven. Elke aanvrage werd echter steeds afzonderlijk bezien, en zoo noodig werd advies gevraagd aan het daarvoor in aanmerking komend afdelings bestuur. Contingenteering bioscoop-reclame-materiaal In tegenstelling met de verwachting is de Regeering in den loop van dit jaar overgegaan tot een contingenteering van bioscoop reclamemateriaal. Zulks op grond, dat het in de practijk moeilijk bleek te zijn onderscheid te maken tusschen reclamemateriaal in het algemeen en dat van het bioscoopbedrijf in het bijzonder. Tijdens een onderhoud, dat wij over deze aangelegenheid op het 78

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1936 | | pagina 78