bedrijf werkzaam zijn, bewijst, dat het bedrijf als middel van be
staan een rol in het maatschappelijk leven vervult.
Hierbij dient in aanmerking te worden genomen, dat dit cijfer
alleen melding maakt van hen, die in de bioscopen werkzaam zijn
en niet van het personeel, dat verbonden is aan de verhuurkantoren,
filmfabrieken en bedrijven, welke in min of meer verwijderd ver
band met het film- en bioscoopbedrijf in betrekking staan. Reeds is
besproken met het Centraal Bureau voor de Statistiek om de
gegevens, welke voor de eerstvolgende uitgave per 1 Januari 1939
zullen verschijnen, zoodanig te doen zijn, dat de uitgave daardoor
in belangrijkheid toeneemt. O.m. zal dan een inzicht worden gege
ven in het totaal aantal bioscoopbezoekers van ons land en in de
finantieele consequenties daarvan.
DE FILMIMPORT
In het verslag over 1936 wezen wij er reeds op, dat de voor-
deelen, welke de ordeningsbesluiten aan de leden boden, in zekeren
zin overschaduwd werden door het nadeel, ontstaan door een te
ruim aanbod van films. Hoewel destijds werd medegedeeld, dat het
de overtuiging van het Hoofdbestuur en van het Bestuur der
Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders was, dat mettertijd ook op dit
gebied regelend door den Bond zou moeten worden opgetreden,
ondanks dat deze colleges geenszins de moeilijkheden te dezen
aanzien onderschatten, zulks mede met het oog op de weinig geluk
kige ervaringen, hiermede in het buitenland opgedaan, is het in het
afgeloopen jaar niet tot een dergelijk regelend optreden gekomen.
Weliswaar maakte de aangelegenheid een punt van bestudeering
uit, doch de materie moet dermate moeilijk geacht worden, dat hier
niet zoo eenvoudig een oplossing kan worden gevonden.
Niettemin is het vraagstuk geenszins zonder meer opzij gezet,
doch blijft het de ernstige aandacht zoowel van het Hoofdbestuur
als van het Bestuur der Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders vragen.
Het streven van het Hoofdbestuur blijft er dan ook op gericht
alles te voorkomen, waardoor de import van films een uitbreiding
zou kunnen ondergaan. Was reeds het jaar tevoren als gevolg van
het Nieuwe Leden- en Zakenbesluit het filmverhuurbedrijf afge
sloten, dit jaar heeft dit bedrijf dank zij het Overgangsbesluit van
1 Februari 1937 evenmin uitbreiding kunnen ondergaan. Zelfs heeft
men de uitbreiding van de capaciteit der verschillende ondernemin-
35