zijde onzer leden, deden zich niettemin in het afgeloopen jaar weder
om eenige gevallen voor, waarin het Hoofdbestuur moest op
treden. In een geval gold dit het vertoonen van ongestempeld foto
materiaal, waaraan, nadat het Hoofdbestuur ter zake gewaar
schuwd had. onverwijld een einde werd gemaakt.
Verder kwam er een klacht in behandeling, dat een exploitant
de titels van een film eigenmachtig gewijzigd had. Uit een door het
Hoofdbestuur ingesteld onderzoek is gebleken, dat zulks inderdaad
het geval was, en hoewel het voor het Hoofdbestuur de vraag is.
of op grond van de Wet tegen het veranderen van titels iets valt
te ondernemen, heeft het Hoofdbestuur den betreffenden exploitant
in overweging gegeven zich, voor het geval hij wederom voor
nemens mocht zijn titels te veranderen, tevoren in verbinding te
stellen met de Plaatselijke Commissie van Toezicht.
Een ander euvel, dat nog al eens blijkt voor te komen, was het
eigenmachtig coupeeren van films. De Centrale Commissie waar
schuwde het Hoofdbestuur, dat zij zulks op verschillende gronden
niet langer zonder meer zou kunnen laten passeeren. Hoewel zij in
dit geval zou kunnen optreden met de middelen, welke de wet haar
ter beschikking stelt, gaf zij er de voorkeur aan de interventie van
het Hoofdbestuur in te roepen met betrekking tot deze aangelegen
heid. Naar aanleiding hiervan heeft het Hoofdbestuur een circulaire
aan de leden gezonden, waarin het er met den meesten nadruk op
wijst, dat het eigenmachtig knippen in films ongeoorloofd is. Het
aanbrengen van dergelijke coupures moest immers niet alleen in
strijd worden geacht met de Bioscoopwet, maar bovendien zouden,
wanneer aan dit euvel niet onmiddellijk een einde werd gemaakt,
nakeuringsorganen daarin aanleiding kunnen vinden tot maatrege
len, die niet alleen in strijd zijn met de wettelijke voorschriften,
doch ook met de algemeene belangen van het Nederlandsche film
en bioscoopbedrijf. Het Hoofdbestuur heeft er in deze circulaire
derhalve met de meeste klem bij de leden op aangedrongen alle
films uitsluitend te vertoonen in de samenstelling, waarin zij door
de Centrale Commissie voor openbare vertooning zijn toegelaten.
In een geval is op een lid artikel 17 der Statuten toegepast, omdat
dit in zijn bioscoop een film heeft vertoond, welke door de Cen
trale Commissie voor de Filmkeuring voor vertooning boven 14
jaar en ouder toegankelijk was verklaard, terwijl bij de cassa van
het theater stond aangegeven, dat de voorstelling voor personen
van alle leeftijden toegankelijk was. Aannemende, dat het gebeurde
eerder aan grove onvoorzichtigheid dan aan opzettelijkheid te
wijten was, heeft het Hoofdbestuur voor dit geval willen volstaan
49