met het lid de straf van waarschuwing op te leggen, in het vertrou
wen dat voortaan de bepalingen van de Bioscoopwet stiptelijk zul
len worden nageleefd.
Herhaaldelijk kwamen er in het afgeloopen jaar bij het Hoofd
bestuur ook klachten binnen over het vertoonen van niet gekeurde
of niet toegelaten films, welke door bepaalde vereenigingen hier en
daar in besloten kring in bioscopen werden gegeven. In verband
hiermede heeft het Hoofdbestuur zich eveneens verplicht geacht
een ernstige waarschuwing tot de leden te richten. Het Hoofd
bestuur heeft zich daarbij op het standpunt gesteld, dat, ook al
bestonden dezerzijds bedenkingen tegen de wijze, waarop in som
mige gevallen films in Nederland worden gekeurd, de wet loyaal
behoort te worden nageleefd. Vertooningen van niet gekeurde of
niet toegelaten films door vereenigingen in besloten kring in biosco
pen van leden kunnen ten eene male in strijd worden geacht met
het algemeen belang en de waardigheid van het Nederlandsche
film- en bioscoopbedrijf.
Daarom is erop gewezen, dat slechts films mogen worden ver
toond, die voorzien zijn van de vereischte keuringskaarten der
Rijks-Filmkeuring.
Hetzelfde standpunt heeft het Hoofdbestuur ingenomen ten op
zichte van de exploitanten, die zich onder toezicht van de Katho
lieke Film Centrale hebben gesteld voor wat betreft de vertooning
van z.g. C-films. Ook al was het Hoofdbestuur er zich ten zeerste
van bewust, dat deze nakeuring op zichzelf groote moeilijkheden
met zich brengt voor de exploitanten in Het Zuiden, voor wie dit
accoord hoofdzakelijk geldt, het was niettemin van meening, dat,
nu er eenmaal met alle instemming een accoord getroffen is, tus-
schen den Bond en de K.F.C., volgens hetwelk C-films en wel uit
sluitend C-films aan nakeuring zouden worden onderworpen, dit
accoord volledig moest worden nageleefd en derhalve iedere exploi
tant, die zich vrijwillig onder toezicht van de K.F.C, heeft gesteld,
zich te onthouden heeft van vertooning van z.g. C-films, welke
door de K.F.C, verboden zijn.
Het moest in strijd worden geacht met de goede trouw, wanneer
men aan de gemaakte afspraak trachtte te ontkomen door de
betrffende films in besloten kring te vertoonen.
Zij tenslotte nog vermeld, dat de Huishoudelijke Commissie voor
de Filmkeuring heeft besloten met ingang van 1 April alle journaals,
welke bij de Centrale Commissie zullen worden aangeboden, te
rangschikken onder de categorie films, bedoeld onder art. 1, sub 2
2e der Bioscoopwet.
50