Aan beide Heeren past hier een woord van oprechten dank voor
het vele werk, dat zij in het belang van den Afdeelingsraad hebben
verricht.
De Afdeelingsraad was derhalve einde 1938 als volgt samen
gesteld:
BestuunR. Uges Jr., Voorzitter; J. M. P. ter Linden, Vice-Voor
zitter; W. K. G. van Royen, Ged. v. h. Hoofdbestuur, Penning
meester; A. H. Boekraad, Secretaris.
Leden; H. Ehrlich en J. M. P. ter Linden (Afd. Amsterdam);
G. M. Th. Gielisse en D. Siem Sr. (Afd. den Haag); E. Prager en
van Bentum (Afd. Het Centrum); Jos. van Bommel en H. J. Ch.
Silvius (Afd. Het Westen); J. P. Rust en G. J. Milius (Afd. Het
Noorden); A. Jansen en D. Pinto (Afd. Het Oosten); A. H. Boek
raad en W. P. Peters (Afd. Het Zuiden).
Als afgevaardigden naar den Ledenraad werden voor de ver
schillende Afdeelingen aangewezen de Heeren:
J. M. P. ter Linden, Afd. Amsterdam; G. M. Th. Gielisse, Afd.
den Haag; R. Uges Jr., Afd. Rotterdam; E. Prager, Afd. Het Cen
trum; G. J. Milius, Afd. Het Noorden; D. Pinto, Afd. Het Oosten;
Jos van Bommel, Afd. Het Westen; W. P. Peters, Afd. Het Zuiden.
Dat de Voorzitter van den Afdeelingsraad in de vergadering van
den Afdeelingsraad van 10 December deze Heeren met deze be
noeming van harte geluk wenschte, mag mede in dit jaarverslag
worden vastgelegd.
Hun eigen bekwaamheid en het vertrouwen, dat de leden hunner
Afdeelingen hun geschonken hebben, zullen hen ongetwijfeld in
staat stellen de hun toevertrouwde taak op uitnemende wijze te
vervullen.
Behalve de hierboven reeds genoemde conferenties met het
Hoofdbestuur werden er gehouden 8 ledenvergaderingen, terwijl
het Bestuur in bijna voortdurend overleg het Bondswerk en het
Bondsleven volgde.
Zoo hadden o.a. het plan tot het organiseeren van een collectieve
reclamecampagne en het sluiten van een collectieve verzekering
all risk op films de bijzondere aandacht.
Geen onderwerp van eenig belang zal aan de orde komen of het
zal door den Afdeelingsraad in overleg met de Afdeelingen ernstig
worden bestudeerd.
Zoo staat de Afdeelingsraad steeds gereed om de belangen der
leden-exploitanten te dienen, daarbij voor alles datgene vermijdend
168