ledenvergadering van dit jaar de werkzaamheden van dit nieuwe
instituut geschetst. Veel, zeide spreker, hangt af van den Leden
raad zelf. Wij willen hierop antwoorden, dat de afdeeling het
Centrum verheugd is te vernemen, dat even veel afhangt van de
leiding van den Ledenraad, en dat deze berust bij denzelfden per
soon, die getoond heeft den heelen Bond te kunnen leiden.
Onaangenaam is de afdeeling getroffen door dat gedeelte van
s Ministers Memorie van Antwoord, waarin gewaagd wordt van
het voornemen de personeele belasting af te schaffen, zonder dat
de bioscopen worden genoemd.
Onze collega Jogchem werd door Buma als mikpunt uitgezocht
voor een nieuwen verwoeden aanval op muziekauteursrechten.
Met onverminderden ijver zet Buma haar strijd door. Vast staat
intusschen, dat de auteursrechten betrekking hebben op beeld èn
geluid als een ondeelbare eenheid, zoodat eventueel door derden
verlangde muziekauteursrechten nimmer op den huurder kunnen
worden verhaald.
Het jaar 1938 is belangrijk als gevolg van de wijziging der Statu
ten en het ontstaan van het instituut Ledenraad.
In verband met de verkiezingen voor den Ledenraad trad het
geheele bestuur af. Bij enkele candidaatstelling werd het geheel
herkozen. Door het niet meer zich beschikbaar stellen van den heer
P. v. Twisk voor afgevaardigde in den Afdeelingsraad, werd hier
voor gekozen de heer J. van Bentum, terwijl de heer E. Prager
als zoodanig werd herkozen.
Voor den Ledenraad werd gekozen de heer E. Prager.
Gelukkig heeft het bestuur slechts zeer weinig moeten gebruik
maken van de bevoegdheid, omschreven in art. 6 van het Uniform
reglement. Een prettige geest van samenwerking tusschen de leden
van de afdeeling is daarvan de oorzaak.
Moge de afdeeling op den ingeslagen weg voortgaan, dan zal
zij spoedig een voorbeeld kunnen zijn van goede organisatie.
Hierbij mag opgemerkt worden dat de inning en betaling der
contributie hier en daar nog niet vlot genoeg verloopt.
E. PRAGER,
Secretaris.
Haarlem, Maart 1939.
193