distribueeren in ons land, kon aan een exploitant niet worden toe
gestaan.
Te dezer zake is dan ook door het Hoofdbestuur waarschuwend
opgetreden.
Bovendien deed zich nog de kwestie voor. dat een verhuurkan
toor filmvoorstellingen gaf in een kleine gemeente, onder voor
wendsel, dat het zijn productie niet tegen een redelijken prijs aan
de ter plaatse gevestigde exploitanten kon verhuren. Dit kantoor
beriep zich daarbij op het bekende artikel C.l.b van het Nieuwe
Leden- en Zakenbesluit van 10 Februari 1936.
Het ligt echter voor de hand, dat het in een kleine gemeente,
waar één of twee theaters gevestigd zijn, onmogelijk is alle aan
geboden films te huren en te vertoonen, al is de prijs nog zoo
redelijk en billijk.
Het Hoofdbestuur heeft ervoor gewaakt, dat zich in dit opzicht
geen excessen voordeden, en deze aangelegenheid nader onder het
oog gezien bij de behandeling van de nieuwe bedrijfsreglementen.
Reglementen en besluiten moeten worden nageleefd
Het spreekt vanzelf, dat besluiten en reglementen van den Bond
slechts zin hebben, wanneer ze door de leden worden nageleefd.
Te meer klemt zulks voor besluiten als het onderhavige, welke voor
de leden van het grootste belang zijn. Meer dan ten aanzien van
welk besluit ook drukte op het Hoofdbestuur de plicht, dit College
opgelegd, speciaal in de artikelen 14 en 15 der Statuten, (gew. Sta
tuten), scherp toe te zien, dat het onderhavige besluit niet werd
overtreden, en voorzoover het onheil reeds mocht zijn geschied,
onmiddellijk met gestrengheid in te grijpen.
Helaas is dit laatste in eenige gevallen noodzakelijk gebleken.
In een zeven-tal gevallen heeft het Hoofdbestuur namelijk straf
maatregelen wegens zulk een overtreding moeten nemen.
In één geval betrof het een lid-exploitant, die een permanente
bioscoop in een bepaalde gemeente exploiteerde, zonder dat daar
voor de vereischte toestemming van het Hoofdbestuur was verkre
gen. Hierdoor was in strijd gehandeld met het Overgangsbesluit,
zoodat artikel 17 der Statuten op het betrokken lid moest worden
toegepast. In aanmerking nemende den betrekkelijk geringen om
vang van de onderneming in kwestie, en tevens het feit, dat
voor de eerste maal artikel 17 (oude Statuten) der Statuten op
20