dit lid moest worden toegepast, heeft het Hoofdbestuur het boete
bedrag beperkt tot 100.
In een ander geval had een lid-exploitant gedurende de laatste
drie jaar in het winterseizoen, in een zaal buiten zijn bioscoop film
voorstellingen gegeven, zonder dat hij daarvan opgave had gedaan
aan het Hoofdbestuur, noch de vereischte toestemming had ver
kregen. Dit lid had daardoor in strijd gehandeld met het Bonds-
besluit van 11 Februari 1935. het Nieuwe Leden- en Zakenbesluit
van 10 Februari 1936. alsook met het Overgangsbesluit van
1 Februari 1937.
Het betrokken lid beriep zich er weliswaar op. dat hij reeds
vroeger in dit gebouw filmvoorstellingen had gegeven, doch dit
beroep moest ongegrond worden geacht, daar het inwerkingtreden
van zulke belangrijke besluiten als de onderhavige niet aan de
aandacht van dit lid konden, althans mochten zijn ontsnapt.
Bij de bepaling van de strafmaat heeft het Hoofdbestuur eener-
zijds weliswaar in aanmerking genomen het ernstig karakter van
de strafbare handeling, doch anderzijds als verzachtende omstan
digheid laten gelden, dat het geldelijk gewin, dat deze clandestiene
bioscoopexploitatie den aangeklaagde had opgeleverd, zeer gering
was, zoodat het Hoofdbestuur heeft volstaan met het opleggen
van een strafboete van 250.
In een derde geval waren een twee-tal compagnons in een film-
verhuuronderneming een gecompliceerde overeenkomst met elkaar
aangegaan, waardoor in feite in deze eene onderneming twee film
verhuurkantoren werden ondergebracht, waardoor dus het Over
gangsbesluit werd ontdoken.
Het Hoofdbestuur heeft hier echter als verzachtende omstandig
heid aangenomen, dat er voor beide firmanten een periode was
geweest, waarin omtrent de vraag, of, en in welken vorm de be
trokken onderneming zou worden voortgezet, onzekerheid bestond
en dat beide firmanten in die periode ieder afzonderlijk films had
den aangekocht, weshalve het Hoofdbestuur eenerzijds aan beide
firmanten de gelegenheid gaf de in die periode gekochte films in
een afzonderlijk blok te exploiteeren, maar niettemin artikel 17 dei-
Statuten toepaste, zij het dat in aanmerking werden genomen de
moeilijkheden, waarin de firmanten van deze ondernemingen ver
keerden in de periode, dat omtrent de voortzetting hunner onder
neming geen zekerheid bestond, zoodat is volstaan met het toepassen
van de straf van waarschuwing.
Een geval van ernstiger aard heeft zich voorgedaan bij een
21