Deze bespreking had een bevredigend resultaat. Aan het Hoofd
bestuur werd de verzekering gegeven, dat men de film uitsluitend
dienstbaar wenschte te maken aan de nationale herdenking, ten
einde een zoo groot mogelijk aantal menschen in de gelegenheid
te stellen aan deze herdenking deel te nemen en bovendien de film
industrie daarvan te doen profiteeren.
Men wenschte in alles het Hoofdbestuur te kennen, de distributie
van de film in handen van een lid van den Bond te geven, waarbij
de Statuten en reglementen van den Bond, zooals Bondsvoorwaar-
den en onderscheidene bedrij fsbesluiten zouden worden nageleefd.
Het ging er dus slechts om een vorm te vinden, waarbij het werk
het Comité als zoodanig mogelijk zou worden gemaakt en zekerheid
werd verkregen, dat de reglementen en besluiten van den Bond
bij de exploitatie van de film gehonoreerd zouden worden.
Nadat de delegatie uit het Hoofdbestuur het verloop der bespre
king gerapporteerd had aan laatstgenoemd college, besloot dit in
zijn vergadering van Dinsdag, 19 April, aan de Ledenvergadering
van den Bond voor te stellen het bepaalde sub l.C van de Lijst van
Geen Bezwaar buiten werking te stellen, volgens hetwelk het aan
filmverhuurkantoren verboden is om in de Nederlandsche taal ge
stelde geluidsfilms, die zijn vervaardigd door of voor rekening van
een persoon of zaak, die geen lid is van den Nederlandschen Bio
scoop-Bond en niet op vorengenoemde Lijst staat vermeld, ten
verhuur, verkoop of gebruik af te staan aan exploitanten van biosco
pen in Nederland, tenzij die persoon of zaak een buitenlander is.
die als producent van geluidsfilms bekend staat. Bij dit besluit werd,
afgaande op de gehouden besprekingen, als vanzelfsprekend aan
genomen, dat bij de distributie door een lid-filmverhuurder van den
Bond alle Statutaire en reglementaire bepalingen zouden worden
nagekomen.
Als motiveering van zijn besluit voerde het Hoofdbestuur aan,
dat het uitgegaan was van de gedachte, dat voor het sympathieke
streven van het Comité voor de Nationale Film 1938, om de film
te gebruiken als instrument voor de nationale herdenking van het
veertig-jarig regeeringsjubileum van H.M. de Koningin, de regle
menten en besluiten van den Nederlandschen Bioscoop-Bond geen
beletsel mochten vormen, om dit streven ten volle aan zijn doel te
doen beantwoorden. Bovendien werd hierbij in overweging geno
men, dat aan den opzet van de vervaardiging der onderhavige film
geen commercieel doel ten grondslag lag, doch uitsluitend op den
voorgrond stond het dienen van een nationaal belang, vormende
26