een dusdanig uitzonderlijk geval, dat de betreffende reglementen
en besluiten van den Bond daarin moeilijk hadden kunnen voorzien.
Het Hoofdbestuur deed uitkomen, dat dit besluit niet impliceerde,
dat dit College, hetwelk als zoodanig buiten de voorbereiding en
de productie van de film stond, voor de productie of voor de ver
tooning van deze film eenige verantwoordelijkheid, welke dan ook,
zou kunnen dragen.
Van dit besluit van het Hoofdbestuur werd mededeeling gedaan
aan het Comité, dat hiermede bij schrijven van 30 April zijn in
stemming betuigde.
Het voorstel werd nog op de agenda geplaatst van de op 2 Mei
gehouden Taarlijksche Ledenvergadering van den Bond, doch kon
in deze vergadering niet meer aan de orde komen; eerst in de
Buitengewone Ledenvergadering van Maandag, 11 Juli, is het in
behandeling genomen en met algemeene stemmen goedgekeurd.
Zij met genoegen geconstateerd, dat de film tijdens de nationale
herdenkingsweek en ook in de onmiddellijk daarop volgende weken
in telkens tientallen bioscopen tegelijk door het geheele land is
vertoond, welke vertooningen dikwijls aanleiding hebben gegeven
tot enthousiaste uitingen van nationale gevoelens, welke in die
dagen in het volk meer dan ooit levendig waren. Op deze geheel
eigene en toch zoo treffende wijze zijn tienduizenden van allerlei
richting en stand bijeengekomen om de nationale herdenking te
vieren en gedenkwaardige oogenblikken uit de voorbije regeerings-
periode, in de film voortreffelijk gekarakteriseerd, te beleven. Van
belang is hierbij te kunnen vermelden, dat ook de financieele uit
komsten niet onbevredigend zijn geweest.
Ten slotte moge hier tevens gereleveerd worden, dat ook de
documentaire herdenkingsfilms onzer journaalfabrieken, welke op
zoo uitstekende wijze de beteekenis van ons Vorstenhuis voor ons
nationale leven, en de liefde van ons volk voor zijn Koningin wisten
uit te beelden, in het geheele land zijn vertoond en overal grooten
bijval hebben ondervonden.
Wij geven aan deze voortbrengselen opzettelijk een plaats in
dit hoofdstuk, omdat bij het begrip nationale filmproductie, dat
weliswaar in hoofdzaak de productie van speelfilms omvat, al te
zeer wordt uitgeschakeld de groote beteekenis, welke onze film
fabrieken voor ons land hebben. Deze uitstekend geoutilleerde
fabrieken leveren jaarlijks een productie af, welke een eigen accent
aan het programma in onze bioscopen geeft en daarom hoogelijk
onze waardeering verdienen, ook al omdat zij werkgelegenheid
27