sche filmindustrie in het streven van eenige leden-filmverhuurders
van den Bond om in buitenlandsche studio's, in samenwerking met
daar gevestigde ondernemingen, Nederlandsche versies van buiten
landsche films te vervaardigen, en zelfs geheel afzonderlijke Neder
landsche speelfilms. De betrokken leden wendden voor, dat de kos
ten van het produceeren hier te hoog waren, terwijl een productie
elders met uiterst geringe kosten, met het oog op de beperkte winst
mogelijkheden hier en de groote risico's, zeer aanlokkelijk scheen.
Het Hoofdbestuur stelde zich echter op het standpunt, dat de
aanbiedingen uit het buitenland op een soort dumping neerkwamen
en dat het allerminst op den weg lag van Nederlandsche onder
nemingen, om, terwijl hier te lande twee goed geoutilleerde studio's
leeg stonden, Nederlandsche films in het buitenland te gaan ver
vaardigen. Bovendien mocht het algemeen belang, namelijk werk
gelegenheid voor Nederlandsche arbeidskrachten, niet worden ver
waarloosd, terwijl ook van dergelijke films, wat haar specifieke
waarde als Nederlandsche productie betreft, niets mocht worden
verwacht. Het Hoofdbestuur werd in zijn opvatting nog gesterkt
door de wetenschap, dat de productiekosten hier te lande zeer
scherp zijn gesteld, ja zelfs tot een minimum zijn gereduceerd.
Het Hoofdbestuur heeft de aanvragen, welke te dezer zake waren
ingediend, dan ook afgewezen.
In Januari van dit jaar heeft ook de Italiaansche Consul te Am
sterdam bij het Hoofdbestuur geïnformeerd, of er bezwaar bestond
tegen de vervaardiging van een Nederlandsche versie van een
Italiaansche film in de Ciné Citta te Rome.
Dezerzijds heeft daarop op het Bondsbureau een onderhoud met
den Consul plaats gehad, waarbij als de opvatting van het Hoofd
bestuur te kennen is gegeven, dat men tegen een dergelijke ver
vaardiging zonder meer bezwaar had, doch een en ander wel zou
willen toestaan, indien ook van Italiaansche zijde in Nederland zou
worden geproduceerd. De Consul zeide toe, dit standpunt aan de
Italiaansche Regeering te zullen overbrengen.
De vervaardiging van filmcopieën
Een gewichtig onderdeel van de Nederlandsche filmindustrie
vormt het zgn. technische bijwerk, zooals het copieeren van films,
het aanbrengen van filmtitels en de chemische filmreiniging.
Aangezien op dit gebied in Nederland een behoorlijk geoutil
leerd continubedrijf met veeljarige ervaring bestaat, lag het voor
31