de hand, dat het Hoofdbestuur, aan welk College uiteraard het
toenemend streven in het buitenland tot het nemen van maatregelen
ter bescherming van eigen industrie en de politiek in dit opzicht
geleidelijk aan door de Nederlandsche Regeering gevolgd, niet
konden ontgaan, de mogelijkheid van werkverruiming in dezen tak
van het filmbedrijf in den loop van het jaar ernstig onder het
oog zag.
Overwogen werd, of het dwingend voorschrijven van de ver
vaardiging van copieën van buitenlandsche films, welke hier te
lande worden gedistribueerd, niet de gewenschte werkverruiming
zou kunnen brengen, waardoor de belangen van de hier te lande
gevestigde filmfabrieken zouden worden gediend.
Ook van de Rijkscommissie voor de werkverruiming te 's-Gra-
venhage kwam in den loop van Mei van dit jaar een schrijven bij
het Hoofdbestuur binnen met een uitnoodiging tot een onderhoud,
waarbij over deze aangelegenheid van gedachten zou kunnen wor
den gewisseld.
Al was uit de door het Hoofdbestuur met de Bedrijfsafdeeling
Filmverhuurders en afzonderlijk met de leden-filmfabrikanten van
den Bond gevoerde besprekingen gebleken, dat deze materie geens
zins zoo eenvoudig was als zij er uitzag en een regeling inzake het
afdrukken van filmcopieën hier te lande waarschijnlijk geen werk
verruiming van beteekenis voor het bedrijf ten gevolge zou hebben,
maar wel vele nadeelen van verschillenden aard, zegde het Hoofd
bestuur, dat bij de bespreking met genoemde Commissie vertegen
woordigd werd door den Vice-Voorzitter en den Directeur van
den Bond, aan deze Commissie toe, een uitvoerig onderzoek in te
stellen en de resultaten daarvan ten spoedigste aan haar over te
leggen.
Uit het onderzoek van Bondswege is gebleken, dat van de tot
dusver in Nederland geïmporteerde films, hier te lande slechts van
één onderneming copieën worden vervaardigd, n.1. van haar
buitenlandsch journaal.
Men zou dus moeten aannemen, dat vervaardiging van copieën
hier te lande van de drie millioen meter film, welke in Nederland
jaarlijks in omloop worden gebracht, de werkgelegenheid in de
bestaande filmfabrieken niet onbelangrijk zou kunnen uitbreiden,
32
In het begin van 1939 ging een tweede onderneming er toe over de
copieën van haar buitenlandsch journaal in een Nederlandsche filmfabriek te
doen vervaardigen.