voorstellingen afzonderlijke prijzen voor kinderen, tot den leeftijd
van 14 jaar kunnen worden vastgesteld.
Vele leden deden met het oog op de feestelijkheden als gevolg
van de blijde gebeurtenis aan het Hof in het begin van het jaar.
een verzoek aan de Prijzen-Commissie om vaststelling van mini-
mumentreeprijzen voor journaalvoorstellingen.
De Prijzen-Commissie kon echter op grond van het reglement
slechts minimumprijzen vaststellen voor journaaltheaters en niet
voor journaalvoorstellingen, zoodat zij deze verzoeken niet kon
inwilligen.
Het bijzonder karakter van de feestelijkheden in aanmerking
nemend, heeft toen het Hoofdbestuur ingevolge een desbetreffend
verzoek van de Prijzen-Commissie bij uitzondering toegestaan, dat
voor deze voorstellingen een afzonderlijke minimumentreeprijs werd
vastgesteld.
Deze uitzondering heeft het Hoofdbestuur opnieuw toegestaan
toen gelijksoortige aanvragen binnenkwamen bij gelegenheid van
den plechtigen doop van de jonge Prinses.
Van de zijde van de journaaltheaters werd tegen het toestaan
van deze uitzonderingen ernstig bezwaar gemaakt en het Hoofd
bestuur, deze bezwaren gegrond achtend, heeft met het oog op de
feestelijkheden van September tijdig onder de aandacht van de
leden gebracht, dat zij, indien zij een journaaltheater zouden willen
gaan exploiteeren, zich moesten wenden tot de Prijzen-Commissie
met het verzoek om vaststelling van een afzonderlijken minimum
entreeprijs.
Ongetwijfeld zal deze aangelegenheid nader bezien moeten wor
den, zoodra een wijziging van het thans geldende reglement bij den
Ledenraad aanhangig wordt gemaakt.
Aangezien de Prijzen-Commissie zich bij haar werkzaamheid uit
sluitend beperkt heeft tot datgene, wat haar ingevolge het regle
ment als taak was opgelegd, en derhalve ieder verzoek om een
uitzondering op een bepaalde regeling formeel weigerde, zijn aan
het Hoofdbestuur vele gevallen voorgelegd, waarin naar de mee
ning van de betreffende exploitanten het Minimum-Prijzen-Regle-
ment niet voorzag en derhalve het maken van een uitzondering
wenschelijk of noodzakelijk werd geacht.
In de meeste gevallen echter bleek men te doen te hebben met
voorstellingen van vereenigingen in bioscopen of buiten de bio
scoop, waarvoor een lagere minimumprijs dan ter plaatse was vast
gesteld, werd gevraagd.
Het Hoofdbestuur was echter steeds van meening, dat het hier
37