den het contact-orgaan, hetwelk daartoe speciaal in het leven was
geroepen, van voorlichting zouden kunnen dienen en aan de be
raadslagingen van een of meer vergaderingen tijdelijk deel zouden
kunnen nemen, doch wij meenden, gezien de ervaring, te mogen
betwijfelen, of een zoodanige vorm van contact vruchtdragend
zou zijn.
Meermalen is dezerzijds aan de Rijks-Televisie-Commissie de
verzekering gegeven, dat men krachtdadig wilde medewerken aan
het welslagen van televisie-uitzendingen ook bij wijze van experi
ment; daarbij is echter steeds krachtig aangedrongen op nauwe
samenwerking van de onderscheidene belangengroepen. Deze
samenwerking moest onzerzijds echter uitgesloten worden geacht,
wanneer de ontwerp-regeling voor de verzorging van experimen-
teele televisie-uitzendingen in Nederland zou worden verwerkelijkt
overeenkomstig het voorstel der Regeerings-Commissie.
Het ligt voor de hand, dat het Hoofdbestuur de medewerking
van het Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf afhankelijk moest
stellen van de mate, waarin met het maatschappelijk gegroeide, in
casu mede met een streng geordend film- en bioscoopbedrijf, reke
ning zou worden gehouden.
Het is deze strenge ordening van het bedrijf, welke deze mede
werking eenerzijds zoo krachtdadig mogelijk zou kunnen doen zijn,
doch anderzijds een nauw contact met de instanties, welke bij de
uitvoering van eventueede experimenteele uitzendingen betrokken
zijn, ten zeerste noodzakelijk maakt.
Dat de bezwaren van het Hoofdbestuur niet ongegrond waren.
blijkt wel hieruit, dat van de werkzaamheid van de contact-com
missie sedertdien niets meer is vernomen en van contact met het
bedrijf geen sprake is geweest. Ter zake is nog gecorrespondeerd
zoowel met de Rijks-Televisie-Commissie als met den Minister van
Binnenlandsche Zaken, doch de ingekomen antwoorden hebben
het Hoofdbestuur niet bevredigd. Men heeft ons toegezegd, dat
met de belangen van het Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf bij
een eventueele experimenteele toepassing van televisie rekening zal
worden gehouden, doch in hoeverre en op welke wijze zulks het
geval zal zijn, hebben wij in den loop van 1938 helaas niet ver
mogen te ontdekken.
De in uitzicht gestelde experimenteele televisie-uitzendingen heb
ben intusschen in 1938 op zich laten wachten.
Der Bonds-Televisie-Commissie bleef voorloopig niets over dan
44