OVERZICHT
Wanneer wij het steeds grooter wordend arbeidsveld van den
Nederlandschen Bioscoop-Bond, alvorens dit in de komende hoofd
stukken nader te verkennen, aan een soort algemeenen schouw
onderwerpen, ontwaren wij duidelijk een drievoudige afbakening,
n.1. van het strikt organisatorische, meer huishoudelijke terrein.
van het economische terrein, en van dat gedeelte, dat aan den
buitenkant ligt. het zgn. openbare.
Beide laatstgenoemde grenzen aan het eerste en zijn in dit bestek
slechts van belang voorzoover zij op de vorming hiervan van in
vloed kunnen zijn. Moge dit. voor wat de economische zijde aan
gaat min of meer voor alle bedrijfsorganisaties gelden, voor wat het
openbare, het meer maatschappelijke gedeelte betreft is er wellicht
géén organisatie aan te wijzen, welke door de geaardheid harer
aangesloten bedrijven zóó ver open staat voor. en zoozeer onder
hevig is aan het gebeuren rondom, als die van het film- en bioscoop
bedrijf in ons land.
De spil immers van het film- en bioscoopbedrijf is niet, zooals
velen, helaas ook nog in onzen kring, meenen, de spoel, waar het
celluloid om draait, maar al hetgeen, dat dank zij de spoel en dank
zij het celluloid ten aanschouwe van iedereen in lichtend bewegen
aan gedachten gestalte geeft, wen-schen vervult, behoeften bevre
digt en nieuwe stimulansen leven doet.
Zoo vinden de wisselwerking tusschen het spel voor de camera's
eenerzijds en het maatschappelijk gebeuren anderzijds dit laatste
op zijn beurt eveneens op den voet gevolgd door de filmcamera
haar reflex op het witte doek der openbaarheid, een reflex, zóó
sterk, dat zij, door de economische bovenlaag heen, wel gemak
kelijk doordringen moet tot den organisatorischen achtergrond.
Twintig jaar
Met een vluchtige vingerwijzing dus vooruitloopend allereerst
op hetgeen in de volgende bladzijden van het wel en wee van onze
organisatie in het afgeloopen jaar wordt gezegd, is reeds het rang-
3