de Buma aangesloten componist, van wien een door een provinciaal
muziekgezelschap gespeeld liedje tegelijkertijd werd opgenomen bij
de opname per journaalfilm van een gebeurtenis, waarbij dat liedje
werd gespeeld.
Het gaat hier om de verveelvoudiging van de per die journaal-
film opgenomen muziek, waardoor Buma beweert, dat het auteurs
recht van den componist op zijn muziek geschonden is.
In deze zaak heeft de exploitant, die de journaalfilm had gehuurd
van een fabrikant, die de betreffende journaalfilm had vervaardigd
en daarmede dus tevens de verveelvoudiging van de muziek had
verricht, dien fabrikant in vrijwaring geroepen, zonder dat over dit
verzoek de Rechtbank zich nog heeft uitgelaten
Het is duidelijk, dat ook deze procedure voor de fabrikanten van
journaalfilms van principieelen aard is.
LEDENVERGADERINGEN
In het afgeloopen jaar zijn vier Ledenvergaderingen gehouden
tegen vijf in 1937.
Het jaar is ingezet met een Buitengewone Spoed Ledenvergade
ring op Maandag, 3 Januari. In deze vergadering, die werd ge
opend met een Nieuwjaarsrede van den Bondsvoorzitter, werd met
algemeene stemmen een voorstel van het Hoofdbestuur aangeno
men tot vaststelling van een Prijsbescherming-Reglement. Tevens
werd een wijziging aangebracht in het Minimum-Prijzen-Regle-
ment, waardoor de vaststelling van een afzonderlijken minimum
prijs voor kinderen tot den leeftijd van veertien jaar, ten behoeve
van middagvoorstellingen, mogelijk werd gemaakt.
In beginsel ging de vergadering accoord met een voorstel van
het Hoofdbestuur om met het oog op de herdenking van het twin
tig jarig bestaan van den Bond aan het Hoofdbestuur een crediet
te verstrekken van ten hoogste 6.500.waarvan 5.000.als
eerste bijdrage beschikbaar zou worden gesteld voor de Stichting
..Steunfonds van den Nederlandschen Bioscoop-Bond", en in de
dekking van deze uitgaven te worden voorzien bij de begrooting
van het jaar 1938. Het crediet ten behoeve van de herdenking
van het twintig jarig bestaan van den Bond werd met algemeene
stemmen toegestaan.
79
Bij vonnis van 7 Maart 1939 heeft de Rechtbank de oproeping in vrij
waring van den betrokken filmfabrikant toegestaan.