belasten accountant onjuiste inlichtingen zouden verstrekken en
aan hun filmleveranciers de filmhuur niet op correcte wijze zouden
aferkenen, het Hoofdbestuur zich genoodzaakt zou zien toepassing
van zwaardere straffen in overweging te nemen.
Kwesties met buitenlanders
Zoowel door leden van den Bond als door ondernemingen in het
buitenland is in het afgeloopen jaar meermalen de interventie van
het Hoofdbestuur ingeroepen in kwesties, welke tusschen leden en
buitenlandsche ondernemingen waren ontstaan.
In enkele gevallen werden door de leden klachten tegen buiten
landsche ondernemingen ingediend, zonder overlegging van be
hoorlijke bewijsstukken, zoodat het Hoofdbestuur moest weigeren,
van de voorgelegde kwestie kennis te nemen. Het weigerde zulks
ook, wanneer het moeilijkheden betrof van zuiver zakelijken
aard, zonder dat dus van de kwade trouw van een der partijen
was gebleken.
Tusschen een filmfabriek te Boedapest en een lid-filmverhuurder
rees een geschil over de kwaliteit van een door deze filmfabriek
geleverde filmcopie. Het Hoofdbestuur wees uit zijn midden een
deskundige aan om ter zake een onderzoek in te stellen.
Een lid-filmverhuurder, dat een overeenkomst was aangegaan
met de Russische Regeering in zake een bepaalde film, zag zich de
rechten op deze film door ondernemingen in Parijs en Brussel be
twist. Met betrekking tot de auteursrechten op deze film was in
Parijs een proces gevoerd, dat door de Sovjet-Unie werd verloren.
Aan alle betrokkenen, die bij het Hoofdbestuur hadden geprotes
teerd, is verzocht opheldering te verschaffen en in afwachting daar
van aan de leden verboden op op aanbiedingen betreffende deze
film in te gaan. Het ingestelde onderzoek wees inmiddels uit, dat
het lid in kwestie op bedoelde film geen rechten kon doen gelden.
Tusschen een Amerikaansche onderneming en een lid-filmver
huurder ontstond nog een geschil over de interpretatie van een
bepaling in het tusschen bedoelde ondernemingen gesloten contract,
welke bepaling echter vier jaar geleden reeds ter zijde was gesteld.
Na met partijen gevoerde besprekingen is men er dezerzijds in
geslaagd een behoorlijke oplossing tot stand te brengen, waardoor
een conflict is vermeden. Het lid filmverhuurder heeft in het onder
havig geval eenige concessies aan de Amerikaansche onderneming
moeten doen.
87