Door een ander lid-filmverhuurder werd aan het Hoofdbestuur
verzocht een verhuurverbod ten aanzien van een bepaalde film uit
te vaardigen, omdat ondanks de optie, welke dit lid op de betref
fende film had, de film ter distributie was afgestaan aan een ander
lid, zonder dat eerstgenoemd lid gelegenheid had gekregen van zijn
optie gebruik te maken. Het Hoofdbestuur heeft maatregelen geno
men, dat de film in kwestie niet kon worden aangekondigd of in
verhuur gebracht, alvorens in deze aangelegenheid opheldering
was verschaft. Intusschen bleek, dat het lid, dat de klacht had inge
diend, deze optie slechts had gekregen van een tusschenpersoon en
dat het lid, welks rechten betwijfeld werden, de film rechtstreeks
van den producent had gekocht. Er kon namelijk een verklaring
worden overgelegd, waaruit bleek, dat bedoelde tusschenpersoon
geen rechten had.
Bij de behandeling van deze zaak moest wederom worden ge
constateerd, hoe de prijs van een film door den tusschenhandel in
het buitenland wordt opgedreven.
In verband met de faillietverklaring van een buitenlandschen
producent van een bepaalde film verklaarde de nieuwe eigenaar
van de rechten van deze film het contract, dat een lid-filmverhuur
der met eerstgenoemde onderneming had gesloten, slechts te willen
honoreeren, indien door dit lid een bepaald bedrag werd betaald.
Aangezien uit de door den nieuwen rechthebbende in Parijs aan
het Hoofdbestuur verstrekte inlichtingen bleek, dat het stellen van
dezen eisch niet onredelijk kon worden genoemd, is aan het lid in
overweging gegeven met den nieuwen eigenaar tot een minnelijke
schikking te komen.
Verschillende moeilijkheden werden nog veroorzaakt door een
onderneming in Parijs, die ten aanzien van de distributie van een
door haar geproduceerde film hier te lande aan verschillende leden
filmverhuurders bepaalde toezeggingen had gedaan, zoodat allen
meenden rechten te kunnen doen gelden. Uit het door het Hoofd
bestuur ingesteld onderzoek bleek, dat slechts met één lid serieuze
onderhandelingen waren gevoerd, op welken grond dit lid dan ook
ten slotte de rechten verwierf, echter niet, dan nadat de onderne
ming in Parijs door het Hoofdbestuur genoodzaakt was geworden
aan de overige leden-filmverhuurders schadevergoeding uit te
keeren.
Saneering van zaken
Het is ongetwijfeld te danken aan de saneerende werking van
88