gerezen. Dientengevolge werd het voorstel op verzoek van den
Voorzitter van den Afdeelingsraad, die het wenschelijk vond ter
zake met de afdeelingen overleg te plegen, en deze van het rapport
van de Commissie in kennis te stellen, aangehouden.
Bioscoopreclame-exploitanten
Met het Bestuur van deze Vereeniging heeft het Hoofdbestuur
ook in 1938 eenige malen besprekingen gevoerd, voornamelijk be
trekking hebbende op de aangelegenheid van de zoogenaamde
Spoorwegfilm.
Er werd ook gehouden een gecombineerde vergadering van het
Hoofdbestuur van den Bond en het Bestuur van de Nederlandsche
Vereeniging van Bioscoopreclame-Exploitanten, waarbij benoemd
werden de Voorzitters en de Vice-Voorzitters van de Gemengde
Arbitrage-Commissies. Daaraan ging vooraf het sluiten van de-
overeenkomst, volgens welke de geschillen tusschen leden van den
Bioscoop-Bond en leden van de Vereeniging van Bioscoopreclame-
Exploitanten onderworpen worden aan de gemengde arbitrage als
hiervoren bedoeld.
In het Bestuur van de Vereeniging van Bioscoopreclame-Exploi
tanten was het Hoofdbestuur in het jaar 1938 vertegenwoordigd
door zijn Penningmeester, den heer W. K. G. van Roven.
Commissie in zake publiciteitsfilms
Zooals bekend werd deze Commissie in het jaar 1937 door het
Hoofdbestuur van den Bond en het Bestuur van de Nederlandsche
Vereeniging van Bioscoopreclame-Exploitanten in het leven geroe
pen, ten einde in dubieuze gevallen vast te stellen, of bepaalde films
behooren hetzij tot de categorie van reclamefilms, hetzij tot die van
de zoogenaamde cultureele publiciteitsfilms, hetzij tot de amuse-
mentsfilms. De bioscopen, waarvan de reclame op het projectiedoek
is verpacht, kunnen n.1. in den regel geen andere reclamefilms ver-
toonen dan die, welke zij door bemiddeling van het reclamebureau,
dat de reclame gepacht heeft, ontvangen. Het komt echter wel eens
voor, dat door de filmverhuurders films in distributie worden ge
bracht, die onder de categorie van reclamefilms moeten worden
gerangschikt, dan wel onder de categorie van de zoogenaamde
cultureele publiciteitsfilms.
De Commissie bestond aanvankelijk uit de heeren D. Hambur-
96