Aanvankelijk zouden de nieuwe concepten behandeld worden in
een tegen 19 September uitgeschreven vergadering van den Leden
raad. Dezen keer was het echter de inmiddels ingetreden mobilisa
tietoestand, welke vertraging bracht. Eerst op Dinsdag, 10 October
kon de Ledenraad dientengevolge bijeenkomen om de voorstellen
van het Hoofdbestuur alsmede de daarop ingediende amendementen
in behandeling te nemen.
Het was voor de eerste maal, dat de Ledenraad in de plaats zou
gaan treden van de algemeene vergadering, als hoedanig immers
eerstgenoemd College fungeert, zoodra het betreft het vaststellen
van bedrij f sreglementen en het uitvaardigen van bedrij f sbesluiten.
Daarom is het ongetwijfeld verheugend te kunnen memoreeren,
dat de eerste vergadering van dit nieuwe Bondslichaam, welke ge
houden werd onder leiding van den heer D. Hamburger Jr. en
welke werd voortgezet op Maandag, 16 October d.a.v., aanstonds
in staat bleek te zijn ingrijpende maatregelen voor het film- en
bioscoopbedrijf te nemen. Reeds in de eerste vergadering hechtte
de Ledenraad met 13 tegen 5 stemmen zijn goedkeuring aan het
door het Hoofdbestuur ingediende concept-Algemeen Bedrijfsreg-
lement.
Voorzoover tegen onderdeden redelijke bezwaren waren gerezen,
zijn deze in den vorm van amendementen in het reglement inge-
lascht. Een belangrijke materie als die der reizende bioscopen is
uit het oorspronkelijk concept gelicht, ten einde geregeld te worden
in een afzonderlijk bedrij f sbesluit, dat in groote trekken overeen
komt met het vroegere Bedrijfsbesluit in zake Reizende Bioscopen,
en welk besluit eveneens door den Ledenraad werd vastgesteld.
In de voortgezette vergadering van 16 October hechtte de Leden
raad tevens zijn goedkeuring aan het door het Hoofdbestuur inge
diende concept-Bedrijfsreglement op de Lijst van Geen Bezwaar.
Positieve vestigingsmogelijkheid
Door de nieuwe bedrijfsreglementeering, welke dus op 16 October
van kracht is geworden, is thans een positieve vestigingsmogelijk
heid geschapen, welke gehouden is binnen de grenzen van het
algemeen belang, inzonderheid van het belang van het film- en
bioscoopbedrijf. Deze grenzen zijn aangegeven door een stel
normen, waarin de minimum voorwaarden besloten liggen voor een
gezond bestaan van het Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf
en van iedere zaak, die in dit bedrijf een bestaan tracht te vinden.
Het reglement is eenige dagen later in druk verschenen en
17