AFDELING ROTTERDAM 100 De verwachting, uitgesproken in ons vorig jaarverslag, dat de recettes voor 1950 waarschijnlijk opnieuw een teruggang van ongeveer 10 °/o te zien zouden geven, werd gelukkig niet bewaarheid. Het aantal bezoekers ver meerderde zich in 1950 ten opzichte van 1949 zelfs, zij het slechts met een gering aantal. 1949 aantal verkochte toegangsbewijzen 5.329.048 1950 5.329.314 1949 bruto ontvangsten f4.787.773.93 1950 -4.781.941.58 In 1949 werd door de Rotterdamse bioscopen aan vermakelijkheidsbelasting betaald een bedrag van f 1.182.300.75; in 1950 bedroeg dit f 1.154.503.50. Terwijl de bruto-recettes in 1950 ten opzichte van 1949 met bijna f6.000.daalden, werd aan vermakelijkheidsbelasting in 1950 bijna f 28.000,minder betaald dan in 1949; hieruit blijkt, dat het aantal vertoonde films, gekeurd volgens het 2e lid van art. I, 2e der Bioscoopwet, in 1950 aanmerkelijk groter is geweest dan in 1949. De Studiecommissie voor de Advertenties adviseerde onze Afdeling in het Advertentiebesluit van 1 Mei 1949 enige wijzigingen aan te brengen. Hiermede werd. een verruiming in de mogelijkheid tot adverteren van 200 resp. 300 mm. regels beoogd. Zowel de exploitanten als de filmverhuurders konden van de nieuwe regeling gebruik maken, mits de ondersteunende advertenties niet op dezelfde pagina als het vaste bloc werden geplaatst. Dit advies van de Studie commissie voor de Advertenties werd bij meerderheid van stemmen aangenomen. Later was de Studiecommissie voor de Advertenties om tegemoet te komen aan tegen bovengenoemde beperkende verruimingen gerezen bezwaren doende, nieuwe voorstellen te formuleren, welke een verdere verruiming van de adverten tiebepalingen beogen. De nieuwe regeling van lonen en andere arbeidsvoorwaarden voor personeel in het bioscoop-bedrijf zoals deze door het College van Rijksbemiddelaars bindend is vastgesteld trad per 1 Januari 1950 in werking. Begin September vaardigde het College van Rijksbemiddelaars een beschikking uit, waarbij de verplichting werd opgelegd een loonsverhoging van 5 °/o uit te keren. De Sociale Commissie voor het Nederlandse Bioscoopbedrijf wees er in een rondzendbrief op, dat deze verhoging van toepassing was op de garantieionen en dat de basisionen onge wijzigd bleven. In het begin van 1950 bracht het verscheiden van Mevrouw Chermoek onze Afde ling een gevoelig verlies toe. Bij de teraardebestelling gaven talrijke leden van hun medeleven blijk. Het bestuur was in dit verenigingsjaar als volgt samengesteld: de Heren C. van Willigen, Voorzitter. P. Vermeer. Penningmeester. J. Dogterom, Lid. R. Uges, Lid. C. Blad, Secretaris. In de verschillende Bondscolleges was het Afdelingsbestuur als volgt vertegen woordigd:

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1950 | | pagina 106