113 operateur in het bedrijf werkzaam te blijven. Bij vorige cursussen was namelijk gebleken dat sommigen, gebruik makende van de kennis die zij 'kosteloos hadden opgedaan, na beëindiging der studie in een bepaald onderdeel van hetgeen op de cursus werd onderwezen, gingen verder studeren, zonder operateurswerk- zaamheden te verrichten. Dit is uiteraard niet de bedoeling van de operateurs opleiding. Daar in de loop van het jaar door het 'bestuur was vastgesteld dat de grote behoefte aan operateurs die oorspronkelijk bestond, thans niet meer dusdanig was dat er een noodzaak bestond om buitenstaanders de gelegenheid te bieden gratis de vakopleiding te volgen, werd voor de volgende mondelinge cursus een tarief van f 200,^ leskosten per cursist vastgesteld. Dit bedrag werd ge kozen omdat het ongeveer overeenstemt met de totale prijs van de schriftelijke cursus en het werd redelijk geacht dat zij die in de gelegenheid zijn mondeling te studeren daarvoor een gelijk bedrag betalen als zij die door hun werkzaam heden in het bedrijf genoodzaakt zijn zich de nodige kennis schriftelijk te ver werven. De inschrijving voor de nieuwe cursus werd zeer tijdig opgesteld en er bestond wederom een grote belangstelling. Het schijnt echter dat de meest belangstellenden zijn afgeschrokken door de te betalen leskosten, want uit eindelijk meldden zich slechts vijf deelnemers voor de nieuwe cursus aan. Het is begrijpelijk dat met een dergelijk gering aantal leerlingen geen nieuwe cursus kon worden begonnen en het bestuur moest derhalve besluiten af te zien van het organiseren van een vijfde mondelinge cursus. De schriftelijke cursus 1949/1950, die zoals in het vorige jaarverslag is aan gegeven, in Januari 1949 met 144 deelnemers startte, telde aan het begin van dit verslagjaar nog 112 leerlingen, welk aantal, zoals gebruikelijk, geleidelijk terugliep en voor het schriftelijk examen dat in Juli 1950 plaatsvond 86 bedroeg. Een totale terugloop dus van 40 hetgeen niet abnormaal kan worden genoemd. In Februari 1950 werd begonnen met een derde schriftelijke cursus, waaraan door 87 operateurs werd deelgenomen. Aan het einde van dit verslagjaar was dit aantal teruggelopen tot 54. Ten aanzien van deze laatste cursus zij vermeld, dat de plannen tot wijziging van de samenstelling van de cursus met het doel een grotere spreiding van de te behandelen leerstof te verkrijgen in dit ver slagjaar zijn verwezenlijkt. De cursus werd in drie delen gesplitst, te weten: A. een voorbereidende cursus, waarin behalve de hoofdzaken van de cabine- practijk en de brandveiligheidsvoorschriften, de elementaire beginselen van de rekenkunde, de algebra en de meetkunde worden behandeld; B. een deel waarin de theorie wordt behandeld van de onderwerpen licht- techniek, geluidstechniek, electrotechniek en werktuigkunde, voor zover dit in de operateurspractijk van belang kan zijn; C. een practisch gedeelte waarin de bestudeerde theorie in de practijk wordt gebracht en de projectie-installatie met zijn hulpapparaten, alsmede het film materiaal, aan de nadere behandeling wordt onderworpen. Ieder gedeelte van de cursus zal steeds met een tentamen, dat schriftelijk of mondeling plaatsvindt, worden afgesloten om te beoordelen of de cursisten de behandelde leerstof naar behoren in zich hebben opgenomen. Het eerste ten tamen, te weten dat van de voorbereidende cursus, is inmiddels achter de rug. Van de 71 deelnemers die op dat moment de cursus nog volgden, hebben er slechts 59 de tentamenvragen, die schriftelijk zijn gesteld, beantwoord. Drie candidaten behaalden een beslist onvoldoende cijfer. Daar zij die voor het ten tamen een onvoldoende cijfer behalen, resp. in het geheel geen tentamenwerk inzenden, de cursus niet verder mogen voortzetten, is het tweede gedeelte van de derde cursus begonnen met 56 deelnemers. Aan hen die niet aan het tentamen hebben deelgenomen respectievelijk een onvoldoende cijfer behaalden, werd in-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1950 | | pagina 119