62
Oorlogsschade inventaris pand
Kon. Mariaplein 19, Den Haag
Onder verwijzing naar hetgeen in het vorig jaarverslag (op blz.
68/69) omtrent de aan het voormalige Haagse bureaupand geleden
bombardementsschade werd vermeld, kan thans worden medege
deeld, dat op 6 Mei 1950 de Rijksbijdrage is ontvangen in de
daarin aanwezige en eveneens geheel verloren gegane inventaris
(die door de Nederlandsche Kultuurkamer voor f 15.000,bij de
O.O.M, tegen molest was verzekerd), door creditering van een
bedrag ad f 8.540,op een geblokkeerde rekening bij de Maat
schappij tot Financiering van het Nationaal Herstel NV. te Den
Haag.
Op genoemde datum werd tevens op vrije rekening een bedrag
van f 1.729,35 ontvangen wegens de sinds 1 April 1945 achter
stallige rente op de bedoelde bijdrage (t/m Februari 1950 ad 4%
per jaar; over de maanden Maart/April 1950 ad 3]/2 per jaar).
Van 6 Mei 1950 af is op het deposito 2,16 per jaar genoten;
inmiddels is echter op ons verzoek om vrijmaking gunstig beschikt.
Lijst van Geen Bezwaar
De aanvragen tot plaatsing op de Lijst van Geen Bezwaar waren
in 1950 van' verschillend karakter. Verschillende malen had de
aanvrage bijvoorbeeld betrekking op verenigingen, die eigen films
in speciale voorstellingen in bioscopen wilden vertonen. Daarvoor
is plaatsing op de Lijst van Geen Bezwaar ingevolge artikel 4 van
het desbetreffend Bedrij f sreglement vereist. In enige van deze ge
vallen moest de aanvrage geweigerd worden, omdat vaststond, dat
de vereniging een buitenlandse film wilde vertonen, waarvoor geen
invoervergunning was verleend, zodat vertoning van de film een
inbreuk op de deviezenvoorschriften zou betekenen.
Andere aanvragen hadden betrekking op leveranties van films
aan militaire kampementen en kazernes, waarop in de meeste ge
vallen gunstig is beschikt.
De grote meerderheid van de aanvragen was afkomstig van film
verhuurders aan wie dispensatie is verleend van het verbod, ver
meld in artikel 2 van het Bedrijfsreglement op de Lijst van Geen
Bezwaar, om. zonder bemiddeling van het Nederlands Filminstituut
films te leveren ten behoeve van niet-commerciële vertoningen,
In totaal zijn er behandeld 468 aanvragen tot plaatsing op de
Lijst van Geen Bezwaar, waarvan er op 374 gunstig is beslist. Van
de 94 afwijzingen waren de meeste afkomstig van filmverhuurders,
die niet voldoende doordrongen waren van de strekking van artikel
2 van het desbetreffend Bedrijfsreglement voor wat betreft het