LEDENVERGADERINGEN 70 T? VEN ALS in 1949 werden er in 1950 drie algemene ledenver gaderingen gehouden.. De eerste werd gehouden op 6 Februari en was geheel gewijd aan het probleem van de muziekauteursrech- ten. In deze vergadering werd door het Hoofdbestuur een volledig overzicht gegeven van het verloop der procedures met het Bureau voor Muziekauteursrecht Buma te Amsterdam en van de positie, waarin het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf als gevolg van de uitslag dezer procedures was geraakt. Besloten werd het Hoofd bestuur te machtigen om ten behoeve van de leden de toestemming van Buma te verwerven om tot 1 Januari 1955 door middel van films alle tot het repertoire van Buma behorende muziek in de bioscopen uit te voeren. Tevens werd een besluit vastgesteld voor de heffing van bijdragen van de leden in de kosten,van het ver werven der vorenbedoelde toestemming. De tweede ledenvergadering, tevens jaarvergadering vond plaats op 24 April. Een voorstel van het Hoofdbestuur om een der leden filmverhuurders vervallen te verklaren van het lidmaatschap, omdat de gronden, waarop destijds de toestemming tot het gaan exploiteren van deze zaak was verleend, niet meer bestonden, werd na ampele discussie op advies van de Afdelingsraad verworpen. Hierna werden de jaarstukken goedgekeurd en de periodiek af tredende Hoofdbestuursleden, de heren S. Croeze, L. Groen en W. K. G. van Royen bij enkele candidaatstelling herkozen ver klaard. Tot leden van de Filmbeurscommissie werden herkozen de heren G. H. Groenewegen en H. Timmer. Op 30 October werd de derde ledenvergadering gehouden, waarbij uitvoerig van gedachten is gewisseld over het standpunt van het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf ten opzichte van televisie-uitzendingen. Hierbij vroeg en verkreeg het Hoofdbestuur een machtiging tot het eventueel aangaan van overeenkomsten om de Cinetone Studio's met inachtneming van de algemene belangen van het bedrijf voor zover nodig ter beschikking te doen stellen voor televisie-doeleinden. Op voorstel van de Afdelingsraad werd aan de machtiging de restrictie verbonden, dat het Hoofdbestuur dergelijke overeenkomsten niet zal aangaan alvorens ter zake over leg te plegen met de Afdelingsraad en het Bestuur der Bedrijfs afdeling Filmverhuurders.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1950 | | pagina 77