120
Bovendien zijn de bioscoopbedrijven niet ééndagsvliegen, doch een maatschap
pelijk bezit dat, naar gelang van veranderde omstandigheden, zich moet kunnen
aanpassen.
Juist de wereld van de film leert in haar snelle ontwikkeling, hoe gevaarlijk
het ware op dit gebied een op een gegeven ogenblik bestaande toestand als
onveranderlijk en immuun voor technische omwentelingen te achten.
Het is ook voor de buitenstaander duidelijk, dat het bioscoopbedrijf in de
komende jaren een groot aanpassingsvermogen en grote reservekracht zal
moeten bezitten om b.v. de gevolgen van de ontwikkeling van de televisie op
te kunnen vangen.
Daardoor moet het, evenals en wellicht zelfs meer dan andere bedrijfstakken,
de gelegenheid hebben zich tegen komende veranderingen te wapenen om met
de groei van maatschappij en techniek gelijke tred te houden. Een uitzonderlijk
hoge heffing als de 35 vermakelijkheidsbelasting kan in dit opzicht slechts
een funeste werking hebben.
Dit ware speciaal voor Amsterdam bedenkelijk, daar het bioscoopbedrijf voor
onze stad een betekenis heeft, die het verre uitheft boven de directe belangen
der exploitanten en boven de ontspanningsbehoefte van de eigen bevolking.
Amsterdam als vreemdelingencentrum van. de eerste orde, object van bezoek
voor landgenoot en vreemdeling, kan een op de hoogte van zijn tijd gehouden
bioscoopbedrijf niet ontberen. Daar de Nederlandse taal voor buitenlandse be
zoekers van ons land het bijwonen van een toneelvoorstelling weinig aantrek
kelijk maakt, zijn deze in hoofdzaak aangewezen op het bezoeken van bioscopen.
Het bioscoopbedrijf vormt mitsdien een essentieel onderdeel van de uitrusting,
welke onze stad in staat stelt haar taak in dezen, niet alleen ten eigen bate,
maar in het belang van ons gehele land, naar behoren te vervullen."
Vanzelfsprekend was het Bestuur onzer Afdeling de Kamer van Koophandel
voor deze uitstekende uiteenzetting bijzonder erkentelijk.
Er zijn enige besprekingen gevoerd met de Wethouder van Financiën, Mr.
F. H. C. Van Wijck. Onzerzijds werd daarbij voortdurend, ook aan de hand van
cijfers, aangetoond dat een belastingverlaging voor ons bedrijf dringend nood
zakelijk is.
Voorts heeft het Afdelingsbestuur bij het uitbrengen van advies op een aan
vrage voor een nieuwe zaak in Amsterdam sterk de nadruk gelegd op het feit,
dat toelating van nieuwe zaken op dit moment economisch onverantwoord is
als gevolg van de belastingdruk.
Hoewel de recettes vergeleken met 1952 een vermeerdering van 4,8 te
zien gaven, is het duidelijk, dat die stijging zich zelfs ondanks prijsverhoging,
wegens gestegen onkosten, niet zal kunnen handhaven, wanneer het bioscoop
bezoek voortdurend achteruit blijft gaan.
Deze achteruitgang bedroeg in 1953 ten opzichte van 1952 1,3 In 1952
was het bezoek te opzichte van 1951 met 2,8 teruggelopen, het jaar daarvoor
was het bezoek met 1,5 verminderd, enzovoort.
Het stemt tot bezorgdheid, dat deze daling zich blijft voortzetten, nota bene
ondanks het feit, dat het aantal bioscopen in Amsterdam medio 1953 met een
grote zaak in het centrum werd vermeerderd.
Een aantal voorstellen tot reglementswijziging in de loop van 1953 door het
Hoofdbestuur voorgelegd aan de ledenvergadering, respectievelijk Ledenraad,
werd in onze Afdeling eveneens onder de loupe genomen.
Het Bestuur bereidde de bespreking van die voorstellen in de ledenvergade
ringen van de Afdeling voor. Een kort overzicht van deze reglementswijzigingen
is elders in dit verslag opgenomen.
De N. V. Holland Film diende bij het Hoofdbestuur een verzoek in om in
schrijving te haren name in het Bedrijfsregister van een permanente bioscoop-B
in het Concertgebouw te Amsterdam, voorlopig te exploiteren uitsluitend met