onmiskenbaar zowel op grond van de voorgeschiedenis als blijkens
de duidelijke bewoordingen, waarin het is vervat, de bedoeling
heeft een krachtige bescherming te bieden aan het lid-exploitant-
huurder van een bioscoopgebouw voor het geval de eigenaar van
het gebouw bij het eindigen van het huurcontract weigert dit
contract te verlengen. De Commissie was van mening, dat in het
onderhavige geval de aanvrager terecht aanspraak maakte op de
bescherming van dé Bond om het hem mogelijk te maken zijn bio
scoopexploitatie in een nieuw gebouw te Hengelo voort te zetten.
Zij was van mening, dat nog niet beoordeeld behoefde te worden,
of aan de eigenaar van het bestaande pand toestemming zal worden
verleend in dit gebouw een bioscoop te exploiteren; overigens was
niet gebleken, dat het Hoofdbestuur aan bedoelde eigenaar in het
vooruitzicht zou hebben gesteld, dat een bioscoopexploitatie te
zijnen name na het expireren van het huurcontract in het Bedrijfs-
register zou worden ingeschreven.
Op deze en andere overwegingen kwam de Commissie Beroep
Nieuwe Zaken tot de conclusie, dat de in eerste instantie gewezen
beslissing moest worden vernietigd en dat aan het lid-huurder-ex-
ploitant, die het beroep had ingesteld, alsnog toestemming be
hoorde te worden verleend voor het gaan exploiteren van een
nieuwe permanente bioscoop in een nieuw te bouwen pand te
Hengelo. Wegens het karakter van „verhuizing" werd aan de
toestemming de voorwaarde verbonden, dat in het Bedrijfsregister
zou worden ingeschreven, dat appellant de exploitatie der bioscoop
in het bestaande pand bij het expireren van de huurovereenkomst
zal beëindigen.
Ten slotte heeft de Beroepcommissie zich verenigd met de be
slissing der Commissie Nieuwe Zaken, waarbij toestemming was
geweigerd voor de vestiging van een vijfde bioscoop te Hilversum.
Daarbij is overwogen, dat weliswaar de groei der bevolking in de
loop der jaren de vroeger bijzonder slechte economische positie der
Hilversumse bioscopen langzamerhand heeft verbeterd, maar dat
daarmede toch nog niet het niveau is bereikt, waarop in de even
tuele behoefte aan een vijfde bioscoop kan worden voorzien, waar
bij in aanmerking moet worden genomen, dat onder de bestaande
zware belastingdruk de winstmogelijkheden gering en de verlies-
kansen groot zijn.
De Commissie Beroep Nieuwe Zaken was in 1953 als volgt
samengesteld: Mr. J. Milius, Voorzitter; Mr. B. Bouman, plaats
vervangend Voorzitter; D. J. van Leen, L. L. Lioni, Joh. Miedema
J. E. F. de Nijs, J. L. Paerl, C. S. Roem, B. W. G. van Royen
C. M. Westland, leden; G. M. Th. Gielisse, L. W. R. Meyer, M. J.
W. Peters, B. J. Schimmel, plaatsvervangende leden; H. W. Hagen-
berg, Secretaris.
49