34
Ten aanzien van het formele bezwaar van de
Bedrijfsafdeling Filmverhuurders aangaande
de benaming van de regeling was het Hoofd
bestuur de opvatting toegedaan, dat dit ge
makkelijk kon worden ondervangen door haar
aan te duiden als bedrijfsbesluit.
Het voorstel van het Hoofdbestuur en het daar
bij behorende amendement van de Bedrijfs
afdeling Filmverhuurders werden door de
Ledenraad in behandeling genomen in de ver
gadering van de raad dd. 6 Januari 1959.
Toepassing en uitvoering van
Reglementen en Besluiten
Ingevolge artikel 15 B van het nieuwe Alge
meen Bedrijfsreglement, hetwelk de Leden
raad op 19 November 1957 had vastgesteld, zou
dit reglement in werking treden op een door
het Hoofdbestuur nader te bepalen datum.
Daar het Hoofdbestuur een te ruime over
gangstermijn niet wenselijk vond, werd het
nieuwe reglement met ingang van 8 Januari
van het verslagjaar van kracht verklaard. Hier
mede hield de reglementaire voorziening van
dezelfde naam, welke door de Ledenraad was
vastgesteld op 10 October 1939 en was gewij
zigd op 20 April 1947, 24 Augustus 1948 en
15 Juli 1952, op te bestaan.
Op 24 Februari installeerde de Bondsvoorzit
ter, de heer Joh. Miedema, de voor het eerst
volgens het nieuwe reglement door het
Hoofdbestuur benoemde leden der Commisies
Nieuwe Zaken, waarvan de beroepscommissie
voortaan voor de meerderheid uit buiten het
bedrijf staande personen zal worden samen
gesteld.
Uit de ingekomen klachten moest het Hoofd
bestuur afleiden, dat aan de verpakking en
verzending van filmmateriaal, vooral van re
clamemateriaal en voorfilms, niet steeds vol
doende zorg werd besteed, waardoor de goede
ren niet tijdig op de plaats van bestemming
aankwamen of zelfs zoek raakten, dan wel be
schadigingen opliepen. Onder verwijzing naar
de artikelen 19 en 23 der Bondsvoorwaarden
drong het Hoofdbestuur er bij circulaire van
4 Maart op aan nog meer dan voorheen aan
dacht te schenken aan emballage en verzen
ding. In het bijzonder wees het College op het
voorschrift, dat de verzending van al het ma
teriaal zowel door de verhuurder als de huur
der per spoor franco-expresgoed behoort te
geschieden, tenzij nadrukkelijk anders is over
eengekomen. Ook vestigde het Hoofdbestuur
de aandacht op de verplichting de filmrollen,
grammofoonplaten, reclamemateriaal enz. per
eerste gelegenheid na de laatste voorstelling
aan de door de verhuurder opgegeven adres
sen door te zenden.
In het voorafgaande is reeds aangegeven, dat
er gedurende 1958 slechts zelden een verzoek
om dispensatie bij het Hoofdbestuur werd in
gediend ter zake van de voorschriften vervat
in het Reglement Filmvertoning. Bij de be
oordeling der dispensatie-aanvragen ging het
College er van uit, dat het reglement in zijn
nieuwe vorm volledig was aangepast aan de in
de practijk gebleken behoefte tot grotere pro-
grammeringsvrijheid, zodat alleen in zeer
speciale, op zichzelf staande, gevallen excep
ties konden worden verleend. Problemen van
bijzondere aard deden zich bij de toepassing
van het reglement niet voor.
De jaarlijkse algemene ledenvergadering had
op 1 April 1957 op initiatief van de Afdeling
Amsterdam besloten het Hoofdbestuur te
machtigen tot het doen van uitkeringen aan
werknemers in het film- en bioscoopbedrijf,
die de leeftijdsgrens voor deelneming in het
Bedrijfspensioenfonds voor het Film- en Bio
scoopbedrijf hebben overschreden. Deze uit
keringen zouden op zijn minst overeenkomen
met die, welke krachtens het reglement van
genoemd fonds worden verstrekt. Daarbij had
men het oog op personen, die, afgezien van de
uitkeringen ingevolge de Algemene Ouder
domswet, niet of nauwelijks over eigen midde
len beschikken en geen of onvoldoende steun
genieten van werkgevers, verwanten en ande
ren. De uitkeringen uit het Bedrijfspensioen
fonds zouden als leidraad dienen teneinde on
billijkheden ten opzichte van de werknemers
die aanspraken op het bedrijfspensioen kun
nen doen gelden te voorkomen.
Op grondslag van het besluit van de leden
vergadering heeft het Hoofdbestuur met in
achtneming van de vorenaangegeven normen
aan twee oud-werknemers en aan de weduwe
van een employé, behorende tot de bedoelde
categorie, uitkeringen toegekend. Enige aan
vragen waren nog in behandeling aan het ein
de van het verslagjaar.